Typologie(ën)
driegevelvilla
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1937
Yvan BLOMME – architect – 1937
Stijlen
Modernisme
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
Onderzoek en redactie
2004
id
Urban : 17408
Beschrijving
Modernistische woning gesigneerd op bronzen geappliqueerde cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. rechts op onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in Guldendallaan “A & Y. BLOMME / architectes”, 1937. Halfopen bebouwing op hellend terrein. Hoofdgevel richting Tervurenlaan en rechterzijgevel kijken uit op een afhellende tuin van 25 m. lang. Benedenverdieping evolueert aan Guldendallaan tot eerste verdieping.
Gele bakstenen gevel met schaduwvoegen en twee of drie bouwlagen (zie gevel Guldendallaan). Doorlopende en sterk uitstekende betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). waarboven attiekmuur. Plat dak met twee rechthoekige glazen kappen ter verlichting van twee gescheiden trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Muuropeningen onder smalle betonnen latei. Dekstenen en lekdorpels in groen geglazuurd gres. Half opengewerkte metalen deur. Metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Gevel in Tervurenlaan gekenmerkt door levendig volumespel van in- en uitspringende elementen, al of niet afgerond. Toegangsdeur met concave dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., voorzien van klein bronzen lichtarmatuur. Links hiervan grote afgeronde vensterpartij met glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. bekroond door terras met bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en buisreling. Links uitspringend volume met hoekvensters.

In Guldendallaan asymmetrische gevel met rechthoekige muuropeningen van verschillende grootte. Benedenverdieping bekleed met witte ‘Larochette' grestegels, centrale opengewerkte dienstingang, garagepoort en twee kleine getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Tuin aangelegd in 1938 n.o.v. dezelfde arch. Meanderend pad tussen al bestaande bomen. Aan Tervurenlaan afgesloten door een haag, oorspronkelijk met houten poort tussen bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Geel gekleurde bakstenen grondkerende muur in Guldendallaan.
Gele bakstenen gevel met schaduwvoegen en twee of drie bouwlagen (zie gevel Guldendallaan). Doorlopende en sterk uitstekende betonnen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). waarboven attiekmuur. Plat dak met twee rechthoekige glazen kappen ter verlichting van twee gescheiden trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. Muuropeningen onder smalle betonnen latei. Dekstenen en lekdorpels in groen geglazuurd gres. Half opengewerkte metalen deur. Metalen schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Gevel in Tervurenlaan gekenmerkt door levendig volumespel van in- en uitspringende elementen, al of niet afgerond. Toegangsdeur met concave dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., voorzien van klein bronzen lichtarmatuur. Links hiervan grote afgeronde vensterpartij met glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. bekroond door terras met bakstenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en buisreling. Links uitspringend volume met hoekvensters.

In Guldendallaan asymmetrische gevel met rechthoekige muuropeningen van verschillende grootte. Benedenverdieping bekleed met witte ‘Larochette' grestegels, centrale opengewerkte dienstingang, garagepoort en twee kleine getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Tuin aangelegd in 1938 n.o.v. dezelfde arch. Meanderend pad tussen al bestaande bomen. Aan Tervurenlaan afgesloten door een haag, oorspronkelijk met houten poort tussen bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Geel gekleurde bakstenen grondkerende muur in Guldendallaan.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 332 (1937), 496 (1937).
Publicaties en studies
BLOMME, F, A la rencontre d'Adrien Blomme (1878-1940), éditions CIVA, Bruxelles, 2004.
GASPW/DS 332 (1937), 496 (1937).
Publicaties en studies
BLOMME, F, A la rencontre d'Adrien Blomme (1878-1940), éditions CIVA, Bruxelles, 2004.