Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

A. POLDERMANarchitect1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15245
lees meer

Beschrijving

Persoonlijke woning van arch. A. POLDERMAN in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. ,getekend op gevel, 1927.

Gevel in baksteen en simili-natuursteen van drie bouwlagen op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Op begane grond garagepoort vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. naar analogie van garage en gedeeltelijk getraliede deur; muuropeningen in schouderboogomlijsting in platte omlijsting of met kwarthol beloop. Op eerste verdieping bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op bewerkte lampetvormige uitbuiging waarin drie identieke venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., rechts vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in platte omlijsting voorzien van sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met bladmotief. Gelijkaardige muuropeningen in laatste bouwlaag, rechts licht gebogen lekdrempel op kleine lampetvormige uitbuiging. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met vier bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. tussen architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden. en moderne kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 769 (1927).