Typologie(ën)

woning
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

Victor VAN NIEUWENHUYSEarchitect1909

INCONNU - ONBEKEND1880

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 15130
lees meer

Beschrijving

Eclectisch pand in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. traditie, gedateerd "1880" in cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd.. Twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. GecementeerdeMet portlandcement bestrijken. en beschilderde lijstgevel. Winkelpui (n.o.v. de arch. Emile en Georges GOOSSENS, 1939).

 Vleugeldeur onder bovenvenster met art-nouveauglasraam. Op verdieping getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. van zijtraveeën in geriemde omlijsting, sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met guirlandeGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , lekdrempels op bewerkte consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., paneel1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. op borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. In middentravee houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. (n.o.v. arch. Victor VAN NIEUWENHUYSE, 1909). ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. waarop datum "1880" tussen rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk.. "Klassiek" entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. onder gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster., aan weerszijden geflankeerd door œils-de-bœufKleine ronde, ovale of achthoekige dakkapel; meestal in zink..

Bronnen

Archieven
GAEtt./OW 69672/109 (1880), 3314 (1909), 701 (1939).