Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
Edmond LODEWYCK – architect – 1907
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Etterbeek (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 13870
Beschrijving
Ensemble van drie bijna identieke enkelhuizen met art-nouveau-inslag, volgens repeterend schema opgetrokken. Op begane grond gesigneerd en gedateerd "ED. LODEWYCK ARCH./1907".
Omvat telkens twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Baksteenbouw met ruim gebruik van blauwe hardsteen voor onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., aanzetstukken, lateien en lekdrempels.
Hoofdtravee verticaal geritmeerd door twee oplopende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Begane grond met souterrainvenster (rechthoekig met traliewerk bij nr. 35, rechthoekig bij nr. 39, halfrond met hanekam en traliewerk bij nr. 37) waarboven steekboogvenster ; bel-etage getypeerd door deurvenster met halfrond balkon op centrale voluutconsole.
Typische deurtravee met houten paneeldeur, bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en bovenvenster ; in tweede bouwlaag smal steekboogvenster met fraaie sgraffitoversiering op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Origineel schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Gevelbeëindiging door gegroefde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met casement (nr. 35 en 39) of sgraffitoversiering (nr. 37) en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Oorspronkelijk houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op smalle voluutconsoles (zoals bij nr. 37). DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. boven de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. opgevat als tweelicht.
Omvat telkens twee bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Baksteenbouw met ruim gebruik van blauwe hardsteen voor onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen., aanzetstukken, lateien en lekdrempels.
Hoofdtravee verticaal geritmeerd door twee oplopende pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Begane grond met souterrainvenster (rechthoekig met traliewerk bij nr. 35, rechthoekig bij nr. 39, halfrond met hanekam en traliewerk bij nr. 37) waarboven steekboogvenster ; bel-etage getypeerd door deurvenster met halfrond balkon op centrale voluutconsole.
Typische deurtravee met houten paneeldeur, bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en bovenvenster ; in tweede bouwlaag smal steekboogvenster met fraaie sgraffitoversiering op de borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Origineel schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Gevelbeëindiging door gegroefde architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met casement (nr. 35 en 39) of sgraffitoversiering (nr. 37) en steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Oorspronkelijk houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op smalle voluutconsoles (zoals bij nr. 37). DakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. boven de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. opgevat als tweelicht.
Bronnen
Archieven
GAEtt./OW 2301 (1907).