Typologie(ën)

fabriek
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

William DECROUÉarchitect1907

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 1359
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met art-nouveau-elementenInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. arch. William Decroué, 1907.
Fabriek in achterhuis. Voormalige Brussels filiaal van de likeurstokerij Cointreau Père et Fils.

Lichtgekleurde bakstenen gevel met hardstenen elementen. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond met puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. Hardstenen benedenverdieping: inrijpoort en vitrine, geflankeerd door twee laterale toegangsdeuren en gevat in gedrukte nisUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld.. Verdiepingen geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. verbonden door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. met mutuli ter hoogte van hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., in derde bouwlaag onder rondboogvormigeBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Centrale trapezoïdale balkons volgens verkleinende ordonnantie, in tweede bouwlaag op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Keramische tegels met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad. en lelies op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en boogveldenEen vlak omsloten door de binnenbegrenzing van een boog en de horizontale lijn die de aanzetten verbindt; meestal boven muuropeningen en soms versierd (beeldhouwwerk, blinde traceringen, cementtegels, …).. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  deels vervangen.

Achterbouw verbouwd door toevoeging van laboratorium n.o.v. arch. Antoine Cumps, 1922; verhoogd en vergroot n.o.v. arch. Govaerts en Van Vaerenbergh, 1928. Nieuw bijgebouw n.o.v. arch. Fernand Petit, 1947.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 169 (1907), 153 (1922), 94 (1928), 68 (1947).