Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1830-1834

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10391
lees meer

Beschrijving

Huis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, hoogstwaarschijnlijk uit het begin van de jaren 1830. Gevel nadien verrijkt met stucdecor.

Drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevel op arduinen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. met keldervensters. Inrijpoort met langwerpig bovenvenster. Rechthoekige muuropeningen, op verdiepingen in geriemde omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en guirlandesleutel. In tweede bouwlaag centraal balkon op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., ijzeren leuning. Overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen voorzien van ijzeren vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met guirlandesGehouwen of gesneden slinger van bloemen, bladen of vruchten. Als festoen, vaak met linten en opgehangen aan strikken met neerhangende uiteinden. , trigliefenVersiering, ontleend aan de Dorische fries, bestaande uit een vooruitspringend, rechthoekig vlak met twee gleuven in het midden en een halve aan elke zijkant; soms kan het aantal gleuven sterk afwijken. en dropmotief. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. in de vorm van een leeuwenkop. Achter de inrijpoort overdekte doorgang met rechts een deur die toegang verleent tot de begane grond.

Interieur: op de begane grond, inkom met mozaïeken vloer omrand door boord met klimopbladeren; verder klein salon geïnspireerd op de Lodewijk XVI-stijl: gelambriseerde muren, geornamenteerde schouw in geaderd marmer, met een op doek geschilderde jachtscène op schouwmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw..