Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
Guillaume LÖW – architect – 1898
Stijlen
Neoclassicisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Oost (Apeb - 2006-2009)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2006-2008
id
Urban : 18180
Beschrijving
Huis met neoclassicistische inslag en symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Guillaume Löw, 1898.
Signatuur op benedenverdieping.
Benedenverdieping in hardsteen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; verdiepingen in witsteen met hardstenen elementen. Eerste bouwlaag bekroond met knoppenfries. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie; in tweede bouwlaag met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., in derde bouwlaag met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen onder latei die uitspringende omlijsting en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vormt. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met trigliefen en metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries..
Signatuur op benedenverdieping.
Benedenverdieping in hardsteen met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).; verdiepingen in witsteen met hardstenen elementen. Eerste bouwlaag bekroond met knoppenfries. Centrale balkons volgens verkleinende ordonnantie; in tweede bouwlaag met balustradeHekwerk van spijlen of balusters., in derde bouwlaag met metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op verdiepingen onder latei die uitspringende omlijsting en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vormt. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met trigliefen en metopenAl of niet versierd vlak tussen de trigliefen van een fries..
Bronnen
Archieven
SAB/OW 19440 (1898).
Publicaties en studies
VAN MASSENHOVE, H., LÖW, G., Les Maisons Modernes, éd. Constant Baune, Brussel, 1901, pl. XXIX.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid