Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Hipp. MOSTINCKarchitect, landmeter / meetkundig schatter1889

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2009

id

Urban : 18559
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect Hipp. Mostinck, 1889; signatuur onder erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op eerste verdieping. Net als nr. 6 vervangt dit huis een ouder gebouw.

Drie bouwlagen onder topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. Bakstenen gevel met elementen in hardsteen en witsteen. Sokkel met rustica. Op benedenverdieping deur en twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Brede erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in hardsteen met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormen voor bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. van benedenverdieping en met elkaar verbonden door twee steekbogen. In derde bouwlaag bekronend terras van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met kunstige ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder latei en ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast.. Laterale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. doorlopend  onder aandaken van topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.; gezaagde baksteenfries. TopgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met rechthoekige bekroning; tweelicht onder mijterboog, van elkaar gescheiden door zuiltje en bekroond met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. DiamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en ankers. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 22580 (1889).