Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Oscar FRANÇOIS – architect – 1900
INCONNU - ONBEKEND – 1900-1930
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Directeurswoning van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) langs de straatzijde en drie uitgevend op de achteruitbouwstrook, geheel onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevel in witgetinte baksteen met banden in blauwgetinte baksteen en elementen in hardsteen. Getoogde muuropeningen. Straatzijde met balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., zijgevel met centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Hoofdgebouw van drie bouwlagen en zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in witgeschilderde baksteen met hardstenen plint. Grote rechthoekige muuropeningen van elkaar gescheiden door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Centrale, bredere toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in lichte risaliet.
Dit gebouw wordt geflankeerd door annexen van twee bouwlagen en één of twee traveeën onder sheddak, die langs de achtergevel via een reeks sheddaken doorlopen en met elkaar verbonden zijn.
Schuin achteraan het perceel reeks werkruimtes met blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. gevels onder sheddaken.
Nieuwbouw dansatelier achteraan het hoofdgebouw in brutalistische, uiterst functionele stijl.
Bronnen
Archieven
GAV-DS 1589 (1900), 3497 (1904), 4253 (1907), 4716 (1908), 4973 (1909),
6360 (1913), 7097 (1920), 7333 (1922), 7564 (1922), 7639 (1923), 10359 (1929),
10827 (1930), 11063 (1930), 12576 (1934), 13312 (1937), 13395 (1937), 13686
(1938), 13922 (1939), 14295 (1942), 19711 (1972), 19718 (1972), 21875 (1996),
22393 (1999), 25382 (2012).
Publicaties en studies
CULOT, M. [dir.], Forest. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à
Bruxelles, AAM, Bruxelles, 1980-1982, fiche 40.
Website
https://vlaamsbouwmeester.be/nl/instrumenten/open-oproep/projecten/oo3705-vorst-rosas