Typologie(ën)

station
(atoom)schuilkelder
Spoorwegerfgoed

Ontwerper(s)

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
  • Inventaris van de stationsgebouwen in Brussel (Thierry Demey)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016-2019

id

Urban : 29045
lees meer

Beschrijving

Reizigersstation met invloed van de neo-Vlaamse renaissancestijl, op 20.09.1873 in gebruik genomen door het bestuur der spoorwegen van de Belgische staat op de spoorlijn tussen Brussel-Zuid en Luttre, via Ukkel-Kalevoet.

Dit kleine, typisch landelijke station is verwant aan alle stations die in 1873-1874 werden gebouwd op de directe lijn Brussel-Charleroi (Ukkel-Stalle, Kalevoet, Sint-Genesius-Rode, Waterloo, Eigenbrakel, Lillois, Baulers, Obaix-Buzet). In 1878 werd hetzelfde model ook gebruikt voor de stations van Hoboken en Wilrijk toen de fortengordel rond Antwerpen werd aangelegd.

Het station Vorst-Oost werd in mei 1993 buiten dienst gesteld en in 1996 gekocht door een particulier, die het renoveerde en er een handelszaak in onderbracht (bouwmaterialen): gerestaureerde buitenzijde en volledig heringericht interieur (winkel op de benedenverdieping en kantoor op de verdieping).

Centraal volume van twee bouwlagen met vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de voor- en achtergevel, geflankeerd door twee lage vleugels van één bouwlaag en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Aan straatzijde werden de lage vleugels allebei oorspronkelijk verlengd door een lager volume: enkel dat aan de linkerkant is bewaard.
Bakstenen gevel, zichtbaar aan de Toegangsweg, wit bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. aan de kant van het perron; onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in hardsteen. Steekboogopeningen, sommige onder steekboogvormige waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. in zwarte baksteen. Hoekpilasters ter hoogte van het centrale volume. Lelievormige ankers. ZadeldakenDak met twee hellende dakvlakken. (vernieuwd).
Zoals voor alle aanverwante stations: risaliterende centrale toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht., oorspronkelijk onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. van het centrale volume en van de lage vleugels vroeger voorzien van trappen, verwijderd in de jaren 1940. Schrijnwerk vervangen.

Aan de kant van het perron, houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen.

Interieur. Oorspronkelijk, ontvangstkantoor en wachtzaal op de benedenverdieping, woning van de stationschef op de verdieping.


Rechts van het station, dicht bij de sporen, kleine cilindervormige betonnen schuilkelder die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebouwd voor de passieve luchtbescherming van de NMBS. Talrijke soortgelijke schuilkelders werden op spoorwegterreinen gebouwd na een beslissing van de raad van bestuur van de NMBS (1942) als gevolg van de door de geallieerden ondernomen acties. Ze moesten het stationspersoneel en de wachters aangesteld voor de bescherming van het station tegen indringers en saboteurs beschermen.

Bronnen

Archieven
GAV/DS 21984 (1996).
Archief van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen: Dossier 2.39 Vorst. J.B.Van Péstraat. Station Vorst-Oost

Publicaties en studies

DE BOT, H., Stationsarchitectuur in België, dl. 1 – 1835-1914, Brepols, Turnhout, 2002, pp. 26-38.
DEMEY, Th., Inventaire des gares bruxelloises, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Bruxelles, s.d., fiche 10.
DEMEY, Th., Les gares bruxelloises. Un patrimoine méconnu, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994.
Bestemming Front. Spoorwegen in België tijdens de Grote Oorlog, Lannoo, Tielt, 2014.

Tijdschriften
de PINCHART, H., “Court historique de la ligne de chemin de fer Bruxelles-Calevoet-Luttre”, Ucclensia, 48, 1973, pp. 2-4.