Typologie(ën)

Tweewoonst

Ontwerper(s)

Edouard DEVOLDERarchitect1925

Pierre J.J. VERBRUGGENarchitect1929

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Laat-eclecticisme
Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2014-2016

id

Urban : 29172
lees meer

Beschrijving

Tweewoonst in laat-eclectische stijl met art deco-elementen, gesigneerd links van de deur «(Edouard) DEVOLDER / Architecte / 1925», verbouwd in 1929 door architect P.J.J. Verbruggen.

Onderbouw in witsteen, eerste bouwlaag in baksteen en tweede bouwlaag in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Rondboogvormige opengewerkte deur onder ovaal impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met glas-in-lood. Rechts lichte voorbouw met garage waarop trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder plat dak (1929). Tweede bouwlaag, licht inspringend, drie glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. achter vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. tussen postamenten, buisstalen reling op bolmotieven. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met eierlijstOrnament; bolle lijst waarin afwisselend eivormige en pijlachtige figuren zijn uitgesneden of gehouwen. en consoles met mascaronGehouwen versiering onder de vorm van een (fantastisch) mensen- of dierenmasker.. Centrale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met glas-in-loodvenster. Gedeeltelijk bewaard schrijnwerk (1929) met glas-in-lood in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. van erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Bronnen

Archieven
GAV/DS 7952 (1923), 10376 (1929).