Typologie(ën)
woning met kunstenaarsatelier
Ontwerper(s)
Adrien DELPY – architect – 1904
Ernest ROCHER – schilder – 1904
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme met pittoresk karakter
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2014-2016
id
Urban : 36770
Beschrijving
Opmerkelijk
burgerhuis met kunstenaarsatelier, in eclectische stijl met pittoresk karakter,
ontworpen i.o.v. de schilder Ernest Rocher en gesigneerd “Ad.[rien] Delpy.archte”,
1904.
Ernest Rocher (Laken, 1872-Vorst, 1938) studeerde aan de Academie van Brussel, waar hij onder leiding van Jean-François Portaels werkte. Hij was portret-, figuur- en landschapschilder. Na de dood van zijn vader wendde hij zijn erfenis aan om het atelier in de Darwinstraat te laten bouwen; hij woonde en werkte er tot aan zijn dood. Rocher was lid van Labor en van de Cercle Artistique et Littéraire van Brussel.
Opstand van drie bouwlagen met rechthoekige muuropeningen in gevarieerde grootten, niet uitgelijnd in traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op een hardstenen sokkel, gevel in okerkleurige baksteen met elementen in witsteen. Muuropeningen tussen stijlen met hoekblokken. Op de benedenverdieping, aan weerszijden van een centraal venster, twee identieke toegangen, elk bestaande uit een deur geflankeerd door een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Links op de tweede verdieping, imposante trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard, waaronder het raamwerk met roedeverdeling.
Interieur. Elk van de deuren geeft toegang tot een vestibule die op haar beurt naar een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. leidt. De trap links geeft toegang tot de twee kunstenaarsateliers verlicht door grote beglaasde muuropeningen op de achtergevel: het eerste atelier neemt de bouwlagen van de benedenverdieping en van de eerste verdieping (mezzanine) in, het tweede de bouwlaag op de tweede verdieping.
Ernest Rocher (Laken, 1872-Vorst, 1938) studeerde aan de Academie van Brussel, waar hij onder leiding van Jean-François Portaels werkte. Hij was portret-, figuur- en landschapschilder. Na de dood van zijn vader wendde hij zijn erfenis aan om het atelier in de Darwinstraat te laten bouwen; hij woonde en werkte er tot aan zijn dood. Rocher was lid van Labor en van de Cercle Artistique et Littéraire van Brussel.
Opstand van drie bouwlagen met rechthoekige muuropeningen in gevarieerde grootten, niet uitgelijnd in traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Op een hardstenen sokkel, gevel in okerkleurige baksteen met elementen in witsteen. Muuropeningen tussen stijlen met hoekblokken. Op de benedenverdieping, aan weerszijden van een centraal venster, twee identieke toegangen, elk bestaande uit een deur geflankeerd door een smal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., allebei onder een luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Links op de tweede verdieping, imposante trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard, waaronder het raamwerk met roedeverdeling.
Interieur. Elk van de deuren geeft toegang tot een vestibule die op haar beurt naar een trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. leidt. De trap links geeft toegang tot de twee kunstenaarsateliers verlicht door grote beglaasde muuropeningen op de achtergevel: het eerste atelier neemt de bouwlagen van de benedenverdieping en van de eerste verdieping (mezzanine) in, het tweede de bouwlaag op de tweede verdieping.
Bronnen
Archieven
GAV/DS
3587 (1904).
Publicaties en studies
HOSTYN, N., “Ernest Rocher”, Biographie Nationale de Belgique, 15,
Brussel, 1996.