Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
J. MICHAUT – architect – 1925
Stijlen
Laat-eclecticisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016-2019
id
Urban : 28848
Beschrijving
Appartementsgebouw
met commerciële benedenverdieping in laat-eclectische stijl n.o.v. architect Joseph
Michaut, 1925. Hoogste bouwlaag en mansarde toegevoegd volgens gewijzigde
bouwvergunning van 1926. Tegelijkertijd werd een atelier met garage op het
achterliggend perceel gebouwd.
Opstand van vijf bouwlagen en drie of vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak. Gevel in oranjegekleurde bakstenen met elementen in hard- en witte steen. Grotendeels rechthoekige muuropeningen. Benedenverdieping met centraal inrijpoort geflankeerd door twee brede winkelpuien. Op verdiepingen zijdelingse traveeën met gestapelde, gebogen erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond door een terras met gietijzeren borstwering en een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., steeds voorzien van driedelige muuropeningen. Gehouwen bloemornamenten in omlijsting inrijpoort, borstweringen en topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Opstand van vijf bouwlagen en drie of vier symmetrische traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedak. Gevel in oranjegekleurde bakstenen met elementen in hard- en witte steen. Grotendeels rechthoekige muuropeningen. Benedenverdieping met centraal inrijpoort geflankeerd door twee brede winkelpuien. Op verdiepingen zijdelingse traveeën met gestapelde, gebogen erkersRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., bekroond door een terras met gietijzeren borstwering en een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is., steeds voorzien van driedelige muuropeningen. Gehouwen bloemornamenten in omlijsting inrijpoort, borstweringen en topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... vervangen.
Bronnen
Archieven
GAV/DS 8602 (1925), 8995 (1926), 12883 (1935), 17780 (1960), 19828 (1973),
21349 (1992), 22067 (1997), 23532 (2005).