Typologie(ën)

villa
bijgebouwen

Ontwerper(s)

Adrien BLOMMEarchitect1928

Adrien BLOMMEarchitect1929

Statut juridique

Beschermd sinds 10 maart 1994

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17537
lees meer

Beschrijving

Geheel van verschillende gebouwen, waaronder een villa en conciërgewoning, ingeplant op een groot perceel grenzend aan dat van het Stoclethuis. Art-decovilla n.o.v. arch. Adrien Blomme, 1928. Groot eigendom omsloten door laag smeedijzeren hekken tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) n.o.v. dezelfde arch. (1929).

Conciërgewoning met garage en stallen. U-vormig grondplan aan straatkant bestaande uit rechthoekig volume van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Twee laterale aanbouwen van één bouwlaag onder dito dak. Ruw gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels op hardstenen plint. Laterale aanbouwen geritmeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). waartussen liggende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Centrale doorgang geflankeerd door twee rechthoekige deuren. Recent aangepast tot twee woningen met toevoeging van rechterdeur (1999). Uitstekende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Villa centraal gelegen op perceel. Vierkant en symmetrisch opgebouwd volume van twee bouwlagen op souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder plat dak. De achtergevel (noordwest) met uitstekend volume van drie bouwlagen. Ruw gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels op blauwe hardstenen plint.

Horizonlaan 21-23, Villa Gosset. Zuidelijke gevel ([i]Bâtir[/i], 3, 1933, p. 83).

Symmetrische hoofdgevel (zuidoost) voorafgegaan door rond bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met centraal halfronde uitbouw met drie grote glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en bekroond door terras, geflankeerd door twee grote rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Laatstgenoemden getralied met smeedijzeren luiken waarin typisch art decomotief. Op tweede bouwlaag rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)..

Linker zijgevel (zuidwest) eveneens met bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. op vier pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) ter ondersteuning van terras; opengewerkte deur met geometrisch smeedwerk en getrapte dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.. Tweede bouwlaag met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in getrapte omlijsting bekroond door smalle trapezoïdale luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van gliefen.

Interieurindeling georganiseerd rond centrale patiovormige hal met vierkante fontein, over twee bouwlagen verlicht door kap met gekleurd glas (turquoise, lichtgroen en wit). Interieurafwerking met marmer en verschillende exotische houtsoorten.

Tuin eveneens n.o.v. arch. Adrien Blomme en wordt samen met de villa als één geheel beschouwd. De band tussen de tuin en de zuidoostelijke gevel wordt gekenmerkt door een denkbeeldige centrale as: een verhard wandelpad centraal onderbroken door een kruisvormig waterbekken. Verder beplanting met rond en kegelvormig gesnoeide taxussen, recht gesnoeide hagen en bloemenperken.

Voorts in het park een ‘clubhouse' of tennispaviljoen in de vorm van een houten chalet met breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. elementen n.o.v. arch. J. Ghobert, 1935.

Horizonlaan 21-23, Villa Gosset, opstanden tennischalet, GASPW/DS 154 (1935).

Tenslotte een eclectisch bijgebouw (oude stallen), waarschijnlijk uit 1907 en voorheen deel uitmakend van het huis gelegen Tervurenlaan nr. 301, heden vervangen door appartementsgebouw n.o.v. arch. René Coppens, 1965.

De totaliteit van de villa, de inkomhekken, de conciërgewoning en de tuin zijn beschermd als monument volgens besluit van 10 maart 1994.

Bronnen


Archieven

GASPW/DS 439 (1907), 311 (1928), 343 (1929), 154 (1935), 100 (1965), 103 (1999).

Publicaties en studies
BLOMME, F., 1878-1940. A la rencentre d'Adrien Blomme. Sa vie, son œuvre racontées par Françoise Blomme, CIVA, Brussel, 2004, pp. 188-193.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, Éditions de l'Octogone, Brussel, 2000, p. 135.
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, pp. 156-157.

Tijdschriften
BLOMME, A., “Pourquoi il faut être moderniste”, Bâtir, 3, 1933, pp. 83-84.