Typologie(ën)
villa
bijgebouwen
bijgebouwen
Ontwerper(s)
Adrien BLOMME – architect – 1928
Adrien BLOMME – architect – 1929
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2005
id
Urban : 17537
Beschrijving
Geheel van verschillende gebouwen, waaronder een villa en conciërgewoning, ingeplant op een groot perceel grenzend aan dat van het Stoclethuis. Art-decovilla n.o.v. arch. Adrien Blomme, 1928. Groot eigendom omsloten door laag smeedijzeren hekken tussen hardstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) n.o.v. dezelfde arch. (1929).
Conciërgewoning met garage en stallen. U-vormig grondplan aan straatkant bestaande uit rechthoekig volume van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Twee laterale aanbouwen van één bouwlaag onder dito dak. Ruw gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels op hardstenen plint. Laterale aanbouwen geritmeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). waartussen liggende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Centrale doorgang geflankeerd door twee rechthoekige deuren. Recent aangepast tot twee woningen met toevoeging van rechterdeur (1999). Uitstekende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Villa centraal gelegen op perceel. Vierkant en symmetrisch opgebouwd volume van twee bouwlagen op souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder plat dak. De achtergevel (noordwest) met uitstekend volume van drie bouwlagen. Ruw gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels op blauwe hardstenen plint.
Symmetrische hoofdgevel (zuidoost) voorafgegaan door rond bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met centraal halfronde uitbouw met drie grote glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en bekroond door terras, geflankeerd door twee grote rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Laatstgenoemden getralied met smeedijzeren luiken waarin typisch art decomotief. Op tweede bouwlaag rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)..
Linker zijgevel (zuidwest) eveneens met bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. op vier pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) ter ondersteuning van terras; opengewerkte deur met geometrisch smeedwerk en getrapte dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.. Tweede bouwlaag met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in getrapte omlijsting bekroond door smalle trapezoïdale luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van gliefen.
Interieurindeling georganiseerd rond centrale patiovormige hal met vierkante fontein, over twee bouwlagen verlicht door kap met gekleurd glas (turquoise, lichtgroen en wit). Interieurafwerking met marmer en verschillende exotische houtsoorten.
Tuin eveneens n.o.v. arch. Adrien Blomme en wordt samen met de villa als één geheel beschouwd. De band tussen de tuin en de zuidoostelijke gevel wordt gekenmerkt door een denkbeeldige centrale as: een verhard wandelpad centraal onderbroken door een kruisvormig waterbekken. Verder beplanting met rond en kegelvormig gesnoeide taxussen, recht gesnoeide hagen en bloemenperken.
Voorts in het park een ‘clubhouse' of tennispaviljoen in de vorm van een houten chalet met breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. elementen n.o.v. arch. J. Ghobert, 1935.
Tenslotte een eclectisch bijgebouw (oude stallen), waarschijnlijk uit 1907 en voorheen deel uitmakend van het huis gelegen Tervurenlaan nr. 301, heden vervangen door appartementsgebouw n.o.v. arch. René Coppens, 1965.
De totaliteit van de villa, de inkomhekken, de conciërgewoning en de tuin zijn beschermd als monument volgens besluit van 10 maart 1994.
Conciërgewoning met garage en stallen. U-vormig grondplan aan straatkant bestaande uit rechthoekig volume van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Twee laterale aanbouwen van één bouwlaag onder dito dak. Ruw gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels op hardstenen plint. Laterale aanbouwen geritmeerd door lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). waartussen liggende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Centrale doorgang geflankeerd door twee rechthoekige deuren. Recent aangepast tot twee woningen met toevoeging van rechterdeur (1999). Uitstekende kroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Villa centraal gelegen op perceel. Vierkant en symmetrisch opgebouwd volume van twee bouwlagen op souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. onder plat dak. De achtergevel (noordwest) met uitstekend volume van drie bouwlagen. Ruw gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. gevels op blauwe hardstenen plint.
Symmetrische hoofdgevel (zuidoost) voorafgegaan door rond bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. met centraal halfronde uitbouw met drie grote glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. en bekroond door terras, geflankeerd door twee grote rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Laatstgenoemden getralied met smeedijzeren luiken waarin typisch art decomotief. Op tweede bouwlaag rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met hardstenen dorpelsHorizontaal bouwonderdeel van een venster of deur (onderdorpel, tussendorpel, bovendorpel)..
Linker zijgevel (zuidwest) eveneens met bordes1. Verhoogd platform vóór de ingang van een gebouw, bereikbaar via een aantal treden; - 2. Vloertje, boven aan of midden in een trap. en centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. op vier pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) ter ondersteuning van terras; opengewerkte deur met geometrisch smeedwerk en getrapte dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.. Tweede bouwlaag met centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. in getrapte omlijsting bekroond door smalle trapezoïdale luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Uitstekende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van gliefen.
Interieurindeling georganiseerd rond centrale patiovormige hal met vierkante fontein, over twee bouwlagen verlicht door kap met gekleurd glas (turquoise, lichtgroen en wit). Interieurafwerking met marmer en verschillende exotische houtsoorten.
Tuin eveneens n.o.v. arch. Adrien Blomme en wordt samen met de villa als één geheel beschouwd. De band tussen de tuin en de zuidoostelijke gevel wordt gekenmerkt door een denkbeeldige centrale as: een verhard wandelpad centraal onderbroken door een kruisvormig waterbekken. Verder beplanting met rond en kegelvormig gesnoeide taxussen, recht gesnoeide hagen en bloemenperken.
Voorts in het park een ‘clubhouse' of tennispaviljoen in de vorm van een houten chalet met breukstenenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. elementen n.o.v. arch. J. Ghobert, 1935.
Tenslotte een eclectisch bijgebouw (oude stallen), waarschijnlijk uit 1907 en voorheen deel uitmakend van het huis gelegen Tervurenlaan nr. 301, heden vervangen door appartementsgebouw n.o.v. arch. René Coppens, 1965.
De totaliteit van de villa, de inkomhekken, de conciërgewoning en de tuin zijn beschermd als monument volgens besluit van 10 maart 1994.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 439 (1907), 311 (1928), 343 (1929), 154 (1935), 100 (1965), 103 (1999).
Publicaties en studies
BLOMME, F., 1878-1940. A la rencentre d'Adrien Blomme. Sa vie, son œuvre racontées par Françoise Blomme, CIVA, Brussel, 2004, pp. 188-193.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., VANDENBREEDEN, J., Moderne architectuur in Brussel. Gids, Éditions de l'Octogone, Brussel, 2000, p. 135.
Gevrijwaarde monumenten en landschappen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Mardaga, 1999, pp. 156-157.
Tijdschriften
BLOMME, A., “Pourquoi il faut être moderniste”, Bâtir, 3, 1933, pp. 83-84.