Typologie(ën)

driegevelvilla

Ontwerper(s)

Arthur MANNEarchitect1928

Stijlen

Art deco
Traditionalisme

Onderzoek en redactie

2005

id

Urban : 17541
lees meer

Beschrijving

Villa in cottagestijl met art-deco-elementen, gesigneerd op latei van garagepoort “Arthur Manne / Architecte”, 1928.

Halfopen bebouwing bestaande uit een rechthoekig volume van twee bouwlagen onder gecombineerd dak. Bakstenen gevels met betonnen en simili-elementen. Oorspronkelijk gecementeerdMet portlandcement bestrijken. en wit geschilderd vanaf tweede bouwlaag, heden alle bouwlagen grijs geschilderd. Afgeronde hoekpartij bekroond door dito dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder gecombineerd dak; uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in straat- en hoofdgevel eindigend in puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken..
Eerste bouwlaag met rechthoekige muuropeningen (schuifvensters) en belijnd door gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. band; tweede bouwlaag geritmeerd door canneluresParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. op muurdammen en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust..
Op straatgevel gewelfde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder klein lessenaardak geflankeerd door geometrisch gebeeldhouwde bekroningen; op verdieping rondboogvenster binnen getrapte omlijsting onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. met geknikt tweelicht op getrapte consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Oorspronkelijk houten schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling in bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., gebeeldhouwde tussenstijlen voor twee- en drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..

Aan achterzijde aanbouw van één bouwlaag (n.o.v. arch. A. Lempereur, 1936).

Interieur aangepast voor twee appartementen (n.o.v. arch. Posson & Donck, 1988).

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 84 (1928), 277 (1936), 226 (1988).