Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

L. HUYBERECHTSarchitect1937

Jos VAN DEURENaannemer1937

Stijlen

Modernisme

Onderzoek en redactie

2004

id

Urban : 17312
lees meer

Beschrijving

Twee modernistische opbrengsthuizen van twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en drie bouwlagen onder plat dak, n.o.v. arch. L. Huyberechts, opgetrokken door aannemer Jos Van Deuren, 1937.

Gelijkaardige benedenverdieping: links gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. deuren onder doorlopende  luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. en twee getraliede impostvenstersVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.; de ene naar appartementen op verdieping, de andere naar dat van benedenverdieping. Hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met breed rechthoekig paneel. Op verdieping gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld.. Oorspronkelijke opengewerkte deuren met op nr 237-239 ruitvormig en op nr 241-243 voluutvormig ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen.

Nr 237-239. Grotendeels bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel. ErkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met halfzuilvormige stijlen.

Nr 241-243. Gevel met gele baksteen. Asymmetrische erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld., linkertravee minder uitspringend.

Bronnen

Archieven
GASPW/DS 237-239; 32 (1937); 241-243; 398 (1937).