Typologie(ën)
woning
Ontwerper(s)
Th. Louis JANSS – architect – 1933-1934
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Art deco
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Pieters-Woluwe (DMS-DML - 2002-2009, 2014)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2004
id
Urban : 17418
Beschrijving
Twee tegenover elkaar liggende originele hoekhuizen met art-deco-elementen, n.o.v. arch. Th. Louis Janss, resp. 1933 en 1934.
Twee gevels van ongelijke breedte verbonden met brede afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., verlevendigd door volumes met gewelfde muren.
Nr 1 Robert Thoreaustraat. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met steile ondervlakken en plat bovenvlak. Vrij lage benedenverdieping; op hoek inspringende garagepoort tussen twee ronde muurvlakken; bovenaan eindigend in brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die een bloembak vormt. Op eerste bouwlaag in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., in F. Gaystraat erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. waarboven dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en in R. Thoreaustraat gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. In R. Thoreaustraat hoge hardstenen trap naar inspringende deur, geflankeerd door gewelfde muurvlakken; laatstgenoemden met twee betraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waaronder telkens kwartcirkelvormige gemetselde bloembakken. Boven toegangsdeur dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gewelfde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Nr 190-192 François Gaystraat. Drie bouwlagen onder plat dak, vroeger winkel op benedenverdieping. Oorspronkelijk spel van contrasterende materialen, texturen en kleuren, nu verborgen achter uniforme crèmekleurige muurkalk: benedenverdieping bekleed met gele Belvédère baksteen ; verdieping bedekt met zgn. “crépi tyrolien coloré” (Tirolerpleisterkalk); lekdorpels en dekstenen in gele steen. Op benedenverdieping rondboogvensters, waarvan twee grote vitrines in F. Gaystraat; op verdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Toegangstravee in F. Gaystraat geflankeerd door twee gewelfde, bakstenen muurvlakken met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; in derde bouwlaag trapezoïdale loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en gewelfde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Links rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op verdieping.
In hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. benedenverdieping bekroond met uitspringende band die bloembak vormt, waaronder vroeger uithangbord van winkel; in tweede bouwlaag breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; daarboven terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en traliewerk in buisstaal.
In R. Thoreaustraat smal muurvlak waarin op verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met kwartcirkelvormig balkon met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smal muurvlak bekroond met motief van halfcirkelvormige uitspringende banden.
Twee gevels van ongelijke breedte verbonden met brede afgeronde hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw., verlevendigd door volumes met gewelfde muren.
Nr 1 Robert Thoreaustraat. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevel van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met steile ondervlakken en plat bovenvlak. Vrij lage benedenverdieping; op hoek inspringende garagepoort tussen twee ronde muurvlakken; bovenaan eindigend in brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). die een bloembak vormt. Op eerste bouwlaag in hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., in F. Gaystraat erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. waarboven dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. en in R. Thoreaustraat gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. die kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). doorbreekt. In R. Thoreaustraat hoge hardstenen trap naar inspringende deur, geflankeerd door gewelfde muurvlakken; laatstgenoemden met twee betraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. waaronder telkens kwartcirkelvormige gemetselde bloembakken. Boven toegangsdeur dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met gewelfde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en onder gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Nr 190-192 François Gaystraat. Drie bouwlagen onder plat dak, vroeger winkel op benedenverdieping. Oorspronkelijk spel van contrasterende materialen, texturen en kleuren, nu verborgen achter uniforme crèmekleurige muurkalk: benedenverdieping bekleed met gele Belvédère baksteen ; verdieping bedekt met zgn. “crépi tyrolien coloré” (Tirolerpleisterkalk); lekdorpels en dekstenen in gele steen. Op benedenverdieping rondboogvensters, waarvan twee grote vitrines in F. Gaystraat; op verdieping rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..
Toegangstravee in F. Gaystraat geflankeerd door twee gewelfde, bakstenen muurvlakken met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.; in derde bouwlaag trapezoïdale loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en gewelfde borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Links rechthoekige gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op verdieping.
In hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. benedenverdieping bekroond met uitspringende band die bloembak vormt, waaronder vroeger uithangbord van winkel; in tweede bouwlaag breed vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; daarboven terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en traliewerk in buisstaal.
In R. Thoreaustraat smal muurvlak waarin op verdieping glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met kwartcirkelvormig balkon met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smal muurvlak bekroond met motief van halfcirkelvormige uitspringende banden.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS Robert Thoreaustraat 1: 212 (1933); François Gaystraat 190-192: 305 (1934).