Typologie(ën)
appartementsgebouw
gelijkvloers met handelszaak
kantoorgebouw
gelijkvloers met handelszaak
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
BUAS SUTER ET SUTER – architect – 1990
Denis HUMBLET – architect – 1990
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Postmodernisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Joost-ten-Node (DMS-DML - 1994-1997)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
1993-1995
id
Urban : 10493
Beschrijving
Postmodern appartementsgebouw n.o.v. arch. Denis HUMBLET en het architectenbureau BUAS-SUTTER (1990) i.o.v. de NV Nationale Waarborg.
Gesitueerd op de plaats van de magazijnen van de cooperatie "Union économique" waarvan één gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl geïntegreerd werd in het rechter gedeelte van het gebouw.
Het gehele complex beslaat ca 3000 m2 van het woonblok en omvat winkelpuien op de begane grond en appartementen op de verdiepingen. Richting Liefdadigheidsstraat omvat het een tweede pand met kantoorruimte.
Het gebouw herneemt de oorspronkelijke gevelopstand: vijf bouwlagen, waarvan de eerste twee terugwijkend zijn, en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met twee rijen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Gevel in baksteen, blauwe hardsteen en cement. De begane grond wordt voorafgegaan door een galerij. Het resterende gedeelte van de "Union économique" dateert van 1903 en omvat vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Galerij geschraagd door arduinen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waarin kleinere pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van originele winkelpui zijn opgenomen. Bovenste twee bouwlagen in rode baksteen horizontaal geleed door banden in witte baksteen en arduin, gedecoreerd met sierankers en panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en voorzien van rondboogvensters. In de derde bouwlaag werden aan de oorspronkelijke gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen postmoderne vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. toegevoegd.
Gesitueerd op de plaats van de magazijnen van de cooperatie "Union économique" waarvan één gebouw in neo-Vlaamse renaissancestijl geïntegreerd werd in het rechter gedeelte van het gebouw.
Het gehele complex beslaat ca 3000 m2 van het woonblok en omvat winkelpuien op de begane grond en appartementen op de verdiepingen. Richting Liefdadigheidsstraat omvat het een tweede pand met kantoorruimte.
Het gebouw herneemt de oorspronkelijke gevelopstand: vijf bouwlagen, waarvan de eerste twee terugwijkend zijn, en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met twee rijen dakvenstersUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is..
Gevel in baksteen, blauwe hardsteen en cement. De begane grond wordt voorafgegaan door een galerij. Het resterende gedeelte van de "Union économique" dateert van 1903 en omvat vier bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Galerij geschraagd door arduinen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. waarin kleinere pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. van originele winkelpui zijn opgenomen. Bovenste twee bouwlagen in rode baksteen horizontaal geleed door banden in witte baksteen en arduin, gedecoreerd met sierankers en panelen op borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en voorzien van rondboogvensters. In de derde bouwlaag werden aan de oorspronkelijke gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. muuropeningen postmoderne vensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. toegevoegd.
Bronnen
Archieven
GASJ/DS/OW 9265 (1921), 10354 (1927), 17370 (1990).
Persartikels
« L'immeuble de la Semaine, R. du Vallon 18, L'ancienne « Union économique » transformée en appartements », in: La Libre Belgique, octobre 1992.
GASJ/DS/OW 9265 (1921), 10354 (1927), 17370 (1990).
Persartikels
« L'immeuble de la Semaine, R. du Vallon 18, L'ancienne « Union économique » transformée en appartements », in: La Libre Belgique, octobre 1992.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid