Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Léon SNEYERSarchitect1903

Juridisch statuut

Beschermd sinds 14 april 1994

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10924
lees meer

Beschrijving

Ensemble van vier huizen in art-nouveaustijl, n.o.v. arch. Léon SNEYERS (1903) i.o.v. Léon Verbe. Gevel getekend met monogram van de arch.

Telkens drie bouwlagen en twee of drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. (pannen). Gevelparement in baksteen versierd met elementen in blauwe hardsteen. De panden dateren uit de beginperiode van de arch., toen de invloed van zijn leermeesters Paul HANKAR en Adolphe CRESPIN zich nog sterk liet voelen. Dit blijkt uit de grote soberheid van het geheel en het beperkt gebruik van gebogen lijnen.
Dit ensemble vormt een goed voorbeeld van hoe SNEYERS een eigen gezicht trachtte te geven aan de traditionele smalle ééngezinswoningen. Opmerkelijk is de opeenvolging van muuropeningen die een sterk rytmisch accent aan het geheel verleent en tegelijkertijd de symmetrie van de gevelopstand wil doorbreken; uit het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. met geometrische motieven, het raam- en houtwerk en de glasramen en tegeldecoratie met florale motieven blijkt zijn belangstelling voor de decoratieve kunsten.

Nr. 22 valt op door haar gegroefde plint waarin twee hoge, rechthoekige souterrainvensters zijn voorzien, de vleugeldeur met rondbogig bovenvenster en het halfrond balkon op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met ijzeren leuning.

Nr. 24 huisvestte aanvankelijk de kantoren en opslagplaatsen van de "Union économique" en was verbonden met de Leuvensesteenweg Nr. 44 via een loopbrug. Interieurwijzigingen in 1932 n.o.v. arch. Fr. DE DECKER. Opmerkelijk hier zijn de behandeling van de souterrainvensters, de paneeldeur onder afdak en het hierboven geplaatst vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met glasraam waartussen zich een paneel met tegeldecor bevindt. In de bredere linkertravee, grote erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met arduinen stijlen en lekdrempels met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd. en bekronend balkon; in laatste bouwlaag, breed drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder steekboogBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. met arduinen boogstenen, timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met tegeldecor aan beide zijden geflankeerd door twee uitgelengde ijzeren consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). ondersteunen.

De begane grond van Nr. 26 wordt volledig gedomineerd door een modern (1977) breed rolluik dat ingang verleent tot een magazijn. Hierdoor wordt het hele ritme doorbroken van subtiel afwisselende rondboog- en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

Nr. 28 bezit de meest complexe gevel. Rond de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. symmetrische afwisseling van rondboog- en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., behalve ter hoogte van het souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. waar de grootte van de rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en deur in stijgende lijn gaan. De bovendorpel van de deur schraagt het bekronend rondboogvenster dat zich op dezelfde hoogte bevindt als dat van de overige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de begane grond, de sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. vormt tevens de consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die het balkon in de tweede bouwlaag ondersteunt. Centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in tweede bouwlaag rustend op lekdrempel met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd., de arduinen tussenstijl eindigt op een consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. die het centraal balkon in de derde bouwlaag schraagt.

Beschermd op 14.04.1994.

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 6416, 6417, 6418, 6419 (1903), 11875, 11985, (1932), 16608 (1977).
KCML, VGM/JJP/MMC/dl/2.36.

Publicaties en studies
MARTINY, V.-G., Académie de Bruxelles, deux siècles d'architecture, AAM, Brussel, 1989, pp. 364-367.