Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Henri VAN MASSENHOVEarchitect1905-1915

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20737
lees meer

Beschrijving

Herenhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. architect Henri Van Massenhove, ca. 1910.

Won bronzen medaille in de gevelwedstrijd van Schaarbeek van 1911.

Vormt beginpunt van een opmerkelijke huizenrij met dezelfde omvang van nr. 31 tot nr. 45.

Drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Hoewel gelegen op een klein driehoekig perceel, heeft het huis een indrukwekkende gevel in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. op benedenverdieping en witstenen elementen. Drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen, lichtjes inspringend. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.; inrijpoort, erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op hoge consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. bekroond door terras met opengewerkte borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Smalle inspringende venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., getralied en met hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug. op benedenverdieping. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. door attiekmuurtje; drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. op grootste dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. in hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel.. Rijk gebeeldhouwd decor. Met uitzondering van dat van de dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling, dat van eerste verdieping met medaillonRonde of ovale cartouche. in bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Toegangsdeur en garagepoort met oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Smeedijzeren traliewerk.

Interieur
Het onregelmatige perceel geeft de kamers een ongewone indeling. Op benedenverdieping, hal met grote schoorsteen en garage vooraan, keuken achteraan. Vanuit de hal vertrekt een trap naar eerste verdieping, met salon en eetkamer in enfilade. Daaruit vertrekt tweede, driehoekige trap naar slaapkamers en mansardes. Hal en eerste verdieping versierd met hoge eiken paneellambrisering. In salon, drie ingebouwde kasten in neobarokNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). en grote schoorsteen met mantel met zuilen en haard versierd met azulejos. Eetkamer met tongewelf.

Bronnen

Archieven
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1911, pp. 648-649

Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, 1911, pl. 7.