Typologie(ën)

opbrengsthuis
woning

Ontwerper(s)

Eugène ALLARDarchitect1878

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 19920
lees meer

Beschrijving

Geheel van drie eclectische gebouwen met neorenaissance-elementen i.o.v. de Lhonneux en n.o.v. architect E. Allard, 1878.

Gebouwen van drie bouwlagen. Bakstenen gevels met elementen in hardsteen, witte steen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen..

Nr. 37. Smal huis met slechts één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gedrongen benedenverdieping met deur tussen kleine venstertjes, getoogd tweelicht op eerste verdieping en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. binnen omlijsting met orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. en tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. in tweede bouwlaag. Getande kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., oorspronkelijk met dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. of dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  gedeeltelijk bewaard.

Jean Van Volsemstraat 39 en 37 (foto 2011).

Nr. 39. Smal huis met slechts één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gedrongen benedenverdieping met deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Getoogde glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met vervangen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en tweelicht op tweede verdieping binnen dezelfde korfboogvormige omlijsting. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met zinken œuil-de-bœuf. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels bewaard.

Jean Van Volsemstraat 43-41 en 39, opstand n.o.v. architect E. Allard, GAE/DS 179-27-43 (1878).

Nr. 41-43. Opbrengsthuis met symmetrische drieledig opbouw. Benedenverdieping met centraal korfboogvenster (oorspronkelijk koetspoort, maar sinds 1911 winkelpui) tussen rondboogvormige deuren. Gedrongen eerste verdieping met getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. leuningen, centraal als tweelicht. Op tweede verdieping getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., uiterste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en centrale glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met balkon met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op zware consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door barokke halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met rondboogvenster onder pseudo-gebroken frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen naar oorspronkelijk model.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 179-27, 179-39, 179-43.