Typologie(ën)

architectenwoning
bijgebouwen

Ontwerper(s)

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1902

Statut juridique

Beschermd sinds 05 februari 2021

Stijlen

Neorenaissance

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22757
lees meer

Beschrijving

Voormalige persoonlijke woning van architect Frans Hemelsoet, in neorenaissancestijl met art-nouveau-accenten, gesigneerd op de benedenverdieping “FRS HEMELSOET / ARCH.” en gedateerd op de tweede verdieping “ANNO / 1902”.


Dit huis maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 16 tot nr. 28.

Opstand van drie bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Hardstenen benedenverdieping met verdiepte schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., witstenen verdiepingen met hardstenen elementen. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht.: inrijpoort onder een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met kruisraam met zuil en een veelhoekige houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op druiper, in de vorm van een torentje van twee bouwlagen, voorheen met spits, waarvan enkel het platform en een deel van de makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant. zijn bewaard. Smalle tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede verdieping onder cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. met het jaartal. Bredere derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping verdeeld door twee zuilen op uitspringende voet. Boogvormige erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met dubbel kruisraam, bekroond door een terras met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk, voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met twee fijne metalen zuiltjes. Geveltop onder aediculaVersieringsmotief, ontleend aan de klassieke bouwkunst, vormt samenstel van pijlers en een klassieke bekroning. met boogvormig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. en obeliskvormig topstuk. Handelszaak uit 1933 n.o.v. architect Armand Fastré: wijziging van het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in een deur – thans opnieuw gewijzigd in een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. – en plaatsing van raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met glas-in-loodraam in de twee muuropeningen. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. bewaard; traliewerk van de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping verwijderd. Opmerkelijke beglaasde smeedijzeren deur, oorspronkelijk versierd met glas-in-loodramen met irissen en voorzien van klinken in de vorm van een hagedis. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. van de eerste verdieping en van de erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bewaard, met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling en gekleurd glas, het overige raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen, op de benedenverdieping met de oorspronkelijke glas-in-loodramen uit 1933.

Interieur. Inrijpoort naar breed vierkant trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. onder daklicht. Bewerkte smeedijzeren leuning. Het trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. wordt verlicht door brede muuropeningen versierd met glas-in-loodramen. Op de benedenverdieping, vooraan, bevond zich oorspronkelijk het bureau van de architect, met links daarvan een kabinet. Op de eerste verdieping, vooraan, eetkamer in neo-Vlaamse renaissancestijl, met lambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … en plafond met zichtbare balken. De ruimte is opgedeeld in twee vertrekken verbonden door een open muuropening versierd met een uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… houten arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn.. In het midden, salon in neo-Lodewijk XVI-stijl. Halfronde veranda achteraan.

Het achtergebouw, thans als woning gebruikt, ontstond door de uitbreiding van een hangar met één bouwlaag, ontworpen in 1907 en gewijzigd in 1913, in 1926 (n.o.v. architect Armand Fastré) en in 2000.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 219-22.

Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles. Capitale de l'Art Nouveau, coll. Europe 1900, Éditions J.-M. Collet, Brussel, 1996, p. 295.


Tijdschriften
Vers l'Art, 1907, pl. 87-89, 114.
CALTAGIRONE, S., “La maison personnelle de François Hemelsoet. Un audacieux éclectisme teinté d'Art nouveau”, Les Nouvelles du Patrimoine, 125, 2009, pp. 14-15.