Typologie(ën)

opbrengsthuis
café/brasserie/taverne
gelijkvloers met handelszaak

Ontwerper(s)

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1906

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2013-2014

id

Urban : 22729
lees meer

Beschrijving

Op de hoek met de Portaelsstraat en tegenover het Eugène Verboeckhovenplein, opbrengsthuis in art-nouveaustijl met commerciële benedenverdieping, gesigneerd en gedateerd op de benedenverdieping “Fr(an)s HEMELSOET / ARCHITECTE 1906”.

Begin van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, tot nr. 17.

Gevel in witgetinte baksteen met elementen in grijsgetinte baksteen en hardsteen. Opstand van vier bouwlagen, de tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de straat en vier aan de laan, verbonden door een breed hoekvlak van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan de kant van het plein; de zijtraveeën, in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met één extra bouwlaag, vormen een torentje dat oorspronkelijk door een koepelBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. met daklicht werd bekroond. Muuropeningen op de benedenverdieping onder I-balkIJzeren latei met I-profiel., venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. met (thans verdwenen) gewelfde houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en smeedijzeren vensterleuningLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal.; op elke traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) zijn de venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gevat in eenzelfde arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. met stijlen met hoekblokken. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de bovenste bouwlagen onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. op lange consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en onder ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast., sommige per twee gekoppeldTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd.. Aan de straatkant, tussen de tweede en de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), muurvak voorzien van een ovale oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. op de benedenverdieping waarop een kolossale pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. rust. Balkons in de derde bouwlaag, op de hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. doorlopend , op de zijgevels boogvormig; gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Elementen in gebeeldhouwde steen, sommige met zweepslagmotief. Oorspronkelijk, café op de hoek, in 1907 voorzien van een markies1. Beglaasde metalen of houten afdak; 2. Opvouwbaar zonnescherm boven raam of deur.  (thans verdwenen). Een winkel aan elke verkeersweg, met een etalage met centrale deur; deuren naar de zijkant verplaatst, aan de laan in 1912 door dezelfde architect, die aan de straat in 1936. Aan de straatkant, glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. op de derde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gewijzigd in vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Bewaarde kooflijst. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met gewelfde dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. met roedeverdeling vervangen, overwegend naar oorspronkelijk ontwerp.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 219-1-3.