Typologie(ën)
kunstenaarsatelier
Ontwerper(s)
Godefroid GUFFENS – schilder – 1875
Stijlen
Neo-Vlaamse renaissance
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22980
Beschrijving
Voormalig atelier van schilder Godefroid Guffens, in neo-Vlaamse renaissancestijl, gedateerd “1875” op de top van de gevel. Misschien ontwierp de schilder zelf de plannen.
Neoclassicistische woning die terzelfder tijd als het atelier van de schilder werd ontworpen, oorspronkelijk zonder toegangsdeur in de gevel aan het toen nog niet aangelegde plein; de woning was het toegankelijk via nr. 76 de Lochtstraat. In 1881 liet Guffens aan de kant van het plein een deur plaatsen. De kunstenaar verliet de de Lochtstraat tussen 1882 en 1885 maar bleef aan het plein gedomicilieerd tot aan zijn dood in 1901. Het atelier werd nadien achtereenvolgens bewoond door de schilders Edouard van Esbroeck, Marcel Pire – die het interieur in 1941 liet verbouwen – en Roger Caels.
Symmetrische opstand van twee bouwlagen onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. Centrale deur onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. die in 1881 een keldervenster verving. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verhoogde benedenverdieping. Op de verdieping bevindt zich een hoog atelier; deze bouwlaag bevat een grote muuropening met een diamantkopvormige sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. achter een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met ronde postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., oorspronkelijk rond een houten balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. De verdieping wordt geflankeerd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met getande bekroning, elk versierd met de letter “G”, de initialen van de schilder. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met een rond medaillonRonde of ovale cartouche. met het jaartal, bekroond door een obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling bewaard op benedenverdieping, op de verdieping vervangen met behoud van de horizontale verdeling. Deur en traliewerk van het balkon misschien uit 1941.
Interieur in 1941 gewijzigd door architect Edgard Libion i.o.v. de schilder Marcel Pire.
Inschrijving op de bewaarlijst 22.01.1998.
Neoclassicistische woning die terzelfder tijd als het atelier van de schilder werd ontworpen, oorspronkelijk zonder toegangsdeur in de gevel aan het toen nog niet aangelegde plein; de woning was het toegankelijk via nr. 76 de Lochtstraat. In 1881 liet Guffens aan de kant van het plein een deur plaatsen. De kunstenaar verliet de de Lochtstraat tussen 1882 en 1885 maar bleef aan het plein gedomicilieerd tot aan zijn dood in 1901. Het atelier werd nadien achtereenvolgens bewoond door de schilders Edouard van Esbroeck, Marcel Pire – die het interieur in 1941 liet verbouwen – en Roger Caels.
Symmetrische opstand van twee bouwlagen onder trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt.. Bakstenen gevel met witstenen en hardstenen elementen. Centrale deur onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. die in 1881 een keldervenster verving. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verhoogde benedenverdieping. Op de verdieping bevindt zich een hoog atelier; deze bouwlaag bevat een grote muuropening met een diamantkopvormige sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. achter een Frans balkonBorstwering tussen de dagkanten van een naar binnen openslaand venster dat tot de vloer doorloopt. met ronde postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering., oorspronkelijk rond een houten balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. De verdieping wordt geflankeerd door twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met getande bekroning, elk versierd met de letter “G”, de initialen van de schilder. TrapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. met een rond medaillonRonde of ovale cartouche. met het jaartal, bekroond door een obeliskMonolithische pijler, naar boven toe smaller en bekroond met piramidale punt.. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met metalen roedeverdeling bewaard op benedenverdieping, op de verdieping vervangen met behoud van de horizontale verdeling. Deur en traliewerk van het balkon misschien uit 1941.
Interieur in 1941 gewijzigd door architect Edgard Libion i.o.v. de schilder Marcel Pire.
Inschrijving op de bewaarlijst 22.01.1998.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 166-4.
Publicaties en studies
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, 1875/2.
Tijdschriften
MERTENS, A., ROZEZ, “De Locht (rue)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1875, 1878, 1882, 1885.
GAS/DS 166-4.
Publicaties en studies
VAN SANTVOORT, L., Het 19de-eeuwse kunstenaarsatelier in Brussel (doctoraatsscriptie, vakgroep Kunstgeschiedenis en Archeologie), VUB, Brussel, 1995-1996, 1875/2.
Tijdschriften
MERTENS, A., ROZEZ, “De Locht (rue)”, Annuaire du Commerce et de l'Industrie de Belgique, Province de Brabant, Bruxelles et sa banlieue, Brussel, Établissements généraux d'imprimerie, 1875, 1878, 1882, 1885.