Typologie(ën)
kerk/kathedraal/basiliek
Ontwerper(s)
Willy VAN HOVE – architect – 1947-1952
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Neoromaans
Art deco
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20685
Beschrijving
Parochiekerk met invloeden van de neoromaanse stijl en de art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik., n.o.v. architect Willy Van Hove, 1947-1952. Vervangt een noodkerk uit 1905.
Geschiedenis
In 1905 werd abt Henri Heyters, vicaris van Sint-Servaas, door het aartsbisdom Mechelen belast met de bouw van een nieuwe parochiekerk in Schaarbeek. In datzelfde jaar werd, op de plaats van het huidige gebouw, een noodkerk gebouwd n.o.v. architecten Struyven en Dankelman. Ze vertoonde neogotische invloeden en werd toegewijd aan Sint Theresia van Avila en aan Sint Aleydis van Schaarbeek, een cisterciënzerzuster die op 11.06.1250 aan de gevolgen van lepra overleed in de abdij van Ter Kameren. Ze werd toen heilig verklaard. Bij K.B. van 17.06.1907 werd het gebouw een parochiekerk, de Sint Theresia en Aleydiskerk. In 1932, om in te spelen op de toenemende verstedelijking en de groeiende bevolking, werd aan de Rogierlaan een eredienstplaats gebouwd die uitsluitend aan Sint Theresia was toegewijd (zie Rogierlaan nr. 350a). In 1946 werd abt Paul Vandermeulen belast met de bouw van een definitieve kerk aan de Daillylaan. Een eerste ontwerp, dat in datzelfde jaar nog door architect Willy Van Hove werd getekend, werd in 1948 ingediend. Het werd echter geweigerd door zowel de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen als het aartsbisdom. In 1951 volgde een tweede ontwerp, dat eveneens werd afgewezen. In 1952 werd het definitieve ontwerp, nog altijd van Van Hove, aangenomen door de overheden (Ministerie van Justitie, Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, aartsbisdom, Provincie Brabant, Gemeente Schaarbeek). Na de sloop van het huis op nr. 136 legde kardinaal Van Roey op 13.06.1953 de eerste steen van de kerk, die op 30.09.1954 door kardinaal Suenens werd ingewijd.
Beschrijving
Kerk van het basiliektype, met schip geflankeerd door twee smalle zijbeuken, onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Koor met halfronde koorafsluiting, geflankeerd door twee kleine altaren. Achter het koor loopt een wandelgang; links bevindt zich de sacristie, onder een catechesezaal.
Buitenkant
Monumentale gevel bekleed met hardstenen tegels, schuin ingeplant ten opzichte van de rooilijn van de laan. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met drie trapsgewijs opgestelde volumes onder plat dak. De zijvolumes zijn enkel aan hun voet en top opengewerkt met twee registersVensterstrook in een topgevel. van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., met uitspringende omlijsting en schuine onderdorpel. Inspringend centraal volume achter een trappenpartij, met centrale bekroning die een vierkante toren vormt. Acht kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. verdelen een groot rondboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met een zware dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. die het oksaal aangeeft. Op de benedenverdieping, drie breed opengewerkte houten deuren tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) onder een dikke platte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Toren met drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvormige muuropeningen met galmborden, bekroond door een betonnen kruis. Hellend toegangsvlak aangelegd in 1990. Bewaard metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in de eerste bouwlaag.
Interieur
Muren in geelgekleurde baksteen en kunststeen, vloer bedekt met terracottategels. Schip van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., onder een tongewelf van gewapende holle baksteen opgehangen aan een metalen geraamte. Hoge rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., vier monelenStenen vensterstijl. en schuine onderdorpel. Smalle en lage zijbeuken onder plat dak, met vier biechtstoelen in travertijn en met invloed van art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een grote tribune op zuilen, deels overdekt door een oksaal. Ze zijn allebei voorzien van een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met decor van ingewerkte ruiten. Toegangsportiek met links een oratorium en rechts een doopkapel waarvan de vloer met groen mozaïek is bedekt; massieve hardstenen doopvont in omgekeerde kegelvorm, versierd met mozaïek. Kruisweg in gedreven koper van M. Lejeune (1955). Orgel in moderne stijl van Aloys Thunus (1958).
Koor met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. die verwant zijn aan die van het schip. Centraal, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. versierd met een monumentaal kruis. Vloer in zwart marmer van Mazy. Altaren in hetzelfde materiaal, geprofileerd in trapeziumvorm.
Geschiedenis
In 1905 werd abt Henri Heyters, vicaris van Sint-Servaas, door het aartsbisdom Mechelen belast met de bouw van een nieuwe parochiekerk in Schaarbeek. In datzelfde jaar werd, op de plaats van het huidige gebouw, een noodkerk gebouwd n.o.v. architecten Struyven en Dankelman. Ze vertoonde neogotische invloeden en werd toegewijd aan Sint Theresia van Avila en aan Sint Aleydis van Schaarbeek, een cisterciënzerzuster die op 11.06.1250 aan de gevolgen van lepra overleed in de abdij van Ter Kameren. Ze werd toen heilig verklaard. Bij K.B. van 17.06.1907 werd het gebouw een parochiekerk, de Sint Theresia en Aleydiskerk. In 1932, om in te spelen op de toenemende verstedelijking en de groeiende bevolking, werd aan de Rogierlaan een eredienstplaats gebouwd die uitsluitend aan Sint Theresia was toegewijd (zie Rogierlaan nr. 350a). In 1946 werd abt Paul Vandermeulen belast met de bouw van een definitieve kerk aan de Daillylaan. Een eerste ontwerp, dat in datzelfde jaar nog door architect Willy Van Hove werd getekend, werd in 1948 ingediend. Het werd echter geweigerd door zowel de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen als het aartsbisdom. In 1951 volgde een tweede ontwerp, dat eveneens werd afgewezen. In 1952 werd het definitieve ontwerp, nog altijd van Van Hove, aangenomen door de overheden (Ministerie van Justitie, Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, aartsbisdom, Provincie Brabant, Gemeente Schaarbeek). Na de sloop van het huis op nr. 136 legde kardinaal Van Roey op 13.06.1953 de eerste steen van de kerk, die op 30.09.1954 door kardinaal Suenens werd ingewijd.
Beschrijving
Kerk van het basiliektype, met schip geflankeerd door twee smalle zijbeuken, onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Koor met halfronde koorafsluiting, geflankeerd door twee kleine altaren. Achter het koor loopt een wandelgang; links bevindt zich de sacristie, onder een catechesezaal.
Buitenkant
Monumentale gevel bekleed met hardstenen tegels, schuin ingeplant ten opzichte van de rooilijn van de laan. Symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met drie trapsgewijs opgestelde volumes onder plat dak. De zijvolumes zijn enkel aan hun voet en top opengewerkt met twee registersVensterstrook in een topgevel. van drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft., met uitspringende omlijsting en schuine onderdorpel. Inspringend centraal volume achter een trappenpartij, met centrale bekroning die een vierkante toren vormt. Acht kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. verdelen een groot rondboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met een zware dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. die het oksaal aangeeft. Op de benedenverdieping, drie breed opengewerkte houten deuren tussen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) onder een dikke platte luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Toren met drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvormige muuropeningen met galmborden, bekroond door een betonnen kruis. Hellend toegangsvlak aangelegd in 1990. Bewaard metalen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in de eerste bouwlaag.
Interieur
Muren in geelgekleurde baksteen en kunststeen, vloer bedekt met terracottategels. Schip van drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn., onder een tongewelf van gewapende holle baksteen opgehangen aan een metalen geraamte. Hoge rondboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., vier monelenStenen vensterstijl. en schuine onderdorpel. Smalle en lage zijbeuken onder plat dak, met vier biechtstoelen in travertijn en met invloed van art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik.. Eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bekroond door een grote tribune op zuilen, deels overdekt door een oksaal. Ze zijn allebei voorzien van een stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met decor van ingewerkte ruiten. Toegangsportiek met links een oratorium en rechts een doopkapel waarvan de vloer met groen mozaïek is bedekt; massieve hardstenen doopvont in omgekeerde kegelvorm, versierd met mozaïek. Kruisweg in gedreven koper van M. Lejeune (1955). Orgel in moderne stijl van Aloys Thunus (1958).
Koor met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. die verwant zijn aan die van het schip. Centraal, blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. versierd met een monumentaal kruis. Vloer in zwart marmer van Mazy. Altaren in hetzelfde materiaal, geprofileerd in trapeziumvorm.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 61-136-142.
Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D., Het Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Brabant, Kanton Schaarbeek I-II-III, Ministerie van de Franse Cultuur, Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel, 1979, pp. 12-13.
Église et paroisse Sainte-Alice 1954 Schaerbeek, Éditions Charitas, Schaarbeek, 1954.
Tijdschriften
VAN DEN HAUTE, R., “Sainte-Alice de Schaerbeek”, Scarenbeka, maart 1999, pp. 20-21.
Persartikels
“La consécration de la nouvelle église Ste-Alice avenue Dailly”, Journal de Schaerbeek, 15.10.1954.
Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Modern orgel op galerij (Thunus, 1958).
GAS/DS 61-136-142.
Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D., Het Fotorepertorium van het meubilair van de Belgische Bedehuizen, Provincie Brabant, Kanton Schaarbeek I-II-III, Ministerie van de Franse Cultuur, Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium, Brussel, 1979, pp. 12-13.
Église et paroisse Sainte-Alice 1954 Schaerbeek, Éditions Charitas, Schaarbeek, 1954.
Tijdschriften
VAN DEN HAUTE, R., “Sainte-Alice de Schaerbeek”, Scarenbeka, maart 1999, pp. 20-21.
Persartikels
“La consécration de la nouvelle église Ste-Alice avenue Dailly”, Journal de Schaerbeek, 15.10.1954.
Websites
Orgels in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Modern orgel op galerij (Thunus, 1958).