Onderzoek en redactie

2010-2012

 

Bekijk de weerhouden gebouwen
De 20 meter brede Daillylaan is een hellende, rechtlijnige verkeersader die de Rogierlaan met het Daillyplein verbindt. Verscheidene straten doorkruisen ze of monden erop uit: de Monrosestraat, de Eugène Smitsstraat, de Albert de Latourstraat, de François Bossaertsstraat, de Léon Mignonstraat, de Joseph Coosemansstraat en de Clayslaan. Halverwege vormt ze een rond plein, het Kolonel Bremerplein, waar de Van Hamméestraat, de Alexandre Markelbachstraat en de Artanstraat samenkomen.

De Daillylaan ligt in de Monrosewijk maar bestond al vóór het verstedelijkingsplan ontworpen door gemeentelijk ingenieur der Openbare Werken Octave Houssa en goedgekeurd bij K.B. van 18.06.1903, en definitief bij K.B. van 21.04.1906. De laan was aangelegd in het kader van de vestiging van de Nationale Schietbaan langs de Leuvensesteenweg in 1861 en van het plein ervoor (zie Daillyplein), gebouwd tussen 1861 en 1866. De laan zelf was al gepland in 1861, maar het duurde lang voordat ze werd uitgevoerd, ondanks een K.B. dat haar aanleg bekrachtigde op 04.07.1865. In 1877 werd ze uiteindelijk aangelegd, hoewel er nog geen riolering was. Zo kwam het dat ze heel traag werd bebouwd, ondanks de aanwezigheid van gemeenteschool nr. 9 die tussen 1875 en 1881 langs de laan werd gebouwd (zie nr. 124).

De naam van de laan werd, net als die van het gelijknamige plein, omstreeks 1870 toegekend als eerbetoon aan de toenmalige burgemeester, Eugène Dailly (Gilly, 1814 - Schaarbeek, 1873). Oorspronkelijk heette ze de Daillystraat, maar in 1903 werd ze tot laan omgedoopt.

In 1902 werd ze met laanbomen afgezoomd. In 2009 werd ze opnieuw beplant, met afwisselend Amelanchier arborea en Acer campestre nanum.

De eerste bebouwing, die uit eind jaren 1870 tot ca. 1900 stamt, was hoofdzakelijk in neoclassicistische stijl. Dan volgde een intensieve bouwfase, van 1900 tot 1914, vooral in eclectische stijl. Vermelden we onder de bouwwerken uit die tijd twee bijzonder homogene huizenrijen: van nr. 72 tot nr. 86 (zie deze nummers), en de bescheidener huizenzij van nr. 57 tot nr. 85 – 57 (n.o.v. architect Alexandre Verbist, 1900), 59 (n.o.v. architect E. Colen (?), 1899), 61 (ca. 1900), 63 (ca. 1900), 65 (1900), 67 en 69 (n.o.v. architect Alfred Vandeveld, 1898), 71 en 73 (1902), 75 (1903), 77 en 79 (1902), 81 (1903), 83 (1900) en 85 (1912). Vermelden we eveneens nr. 181-183 (1907), 185 (1904) en 187 (1903). Onder de bebouwing uit die fase valt nr. 48, n.o.v. architect Alban Chambon, op door zijn fantasie en zijn lijnen geïnspireerd op de geometrische art nouveau (zie dit nummer). Ook vermeldenswaard zijn drie huizen n.o.v. architect Victor Taelemans in 1909 (nr. 157-159, 161 en 165-167), waarvan het oorspronkelijke schrijnwerk verdwenen is.

Daillylaan 24, terras met borstwering tussen gehouwen wangen (foto 2012).

In de jaren 1920 kende de laan haar laatste verstedelijkingsfase, met huizen en gebouwen in late eclectische stijl of art deco. Vermelden we onder meer op nr. 24 een huis in art-decostijl ontworpen in 1922 door architect Albert Callewaert en gekenmerkt door patronen van bakstenen en figuratieve reliëfs. Op nr. 136-142 bevindt zich de Sint-Aleydiskerk, die in 1953 een noodkerk uit 1905 verving (zie dit nummer). De laan kende een opmerkelijk geval van sloop/wederopbouw op nr. 50, waar twee neoklassieke huizen uit 1889 in 2003 werden afgebroken om plaats te maken voor een kantorencomplex n.o.v. architect Joël Claisse. Nr. 52, 54 (n.o.v. architect Clément De Graeve, 1909) werden terzelfder tijd gerenoveerd door de architect, die in 1992 ook de herbestemming van het biermagazijn aan de achterkant ontwierp.

Daillylaan 155 (foto 2012).

De laan wordt voornamelijk door woonhuizen ingenomen, ondanks de aanwezigheid van enkele huizen met commerciële benedenverdieping, zoals nr. 27 (1909), met bewaard houten hoofdgestel met gegraveerd glas. Her en der bevinden zich binnen het huizenblok ook voormalige industriële gebouwen waarvan de aanwezigheid vaak door een inrijpoort aan de straatkant wordt aangegeven. Op nr. 155 leidt een neobarokke ingang naar de voormalige woning met atelier van schilder-decorateur Émile Ledegem, in 1931 herwerkt door architect M. Chabot.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 24: 61-24; 27: 61-27; 50, 52, 54: 61-50-52-54, 61-52-54; 57: 61-57; 59: 61-59; 65: 61-65; 67, 69: 61-67-69; 71, 73: 61-71-73; 75: 61-75; 77, 79: 61-77-79; 81: 61-81; 83: 61-83; 85: 61-85; 155: 61-155; 157-159, 161, 165-167: 61-157-167; 181-183: 61-181-183; 185: 61-185; 187: 61-187.
GAS/Bulletin communal de Schaerbeek, 1865, pp. 33-35; 1874, pp. 35-36; 1877, p. 945; 1880, pp. 338-341; 1881, p. 346; 1902, pp. 130-136.

Publicaties en studies
BERTRAND, L., Schaerbeek depuis cinquante ans. 1860-1910, Librairie de l'Agence Dechenne, Brussel, 1912. p. 59.
FISCHER, F., Notice sur les grands travaux de Schaerbeek (Premier Congrès international et Exposition comparée des Villes), Brussel, Imprimerie Ferdinand Denis, 1913, p. 6 in: Bulletin communal de Schaerbeek, 1913, p. 438.
Lab 1030 Schaerbeek, 180° Éditions, Brussel, 2011, pp. 22-23.