Typologie(ën)
beeldhouwwerk en herdenkingsmonument
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denk bijvoorbeeld aan het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke landschappen die uit verschillende componenten zijn samengesteld voorkomen.
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - herinneringsplaats van een gemeenschap of van van een sociale groep (bijvoorbeeld de bedevaartskapel op het Kerkplein in Sint-Agatha-Berchem, “de Oude Linde” in Boendael te Elsene); - een plaats met volkssymboliek (bijvoorbeeld het café het “Goudblommeke in papier” in de Cellebroersstraat); - een plaats waar een wijk samenkomt of gestructureerd is (bijvoorbeeld De gebouwen “Fer à Cheval”- in de Floréal tuinwijk); - een goed dat deel uitmaakt van of bestaat uit openbare voorzieningen (scholen, crèches, gemeenschaps- of parochiezalen, sporthallen, stadions, enz.); - goed of ensemble (al dan niet sociale huisvesting) ontworpen om sociale interactie, wederzijdse hulp en buurtcohesie te stimuleren (bijvoorbeeld de woonwijken die na de Tweede Wereldoorlog werden gebouwd in Ganshoren of de wijken die speciaal voor ouderen werden ontworpen); - goed dat deel uitmaakt van een industrieel complex dat een aanzienlijke activiteit heeft gegenereerd in de gemeente waar het zich bevindt of in het Gewest.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20714
Beschrijving
Deze kleine begraaf- en gedenkplaats voor de slachtoffers van de twee wereldoorlogen bevond zich op wat oorspronkelijk de site van de Nationale Schietbaan was en nu het complex van de VRT-RTBF. Het Ereperk is bereikbaar via een weg ter hoogte van de Kolonel Bourgstraat nr. 102.
De Nationale Schietbaan, die op 29.04.1963 werd gesloopt, werd gebruikt voor de oefeningen van de in Brussel gelegerde militaire eenheden en van particulieren. Ze lag op een terrein van 18hectare dat aan Landsverdediging toebehoorde, en verving in 1888-1889 de primitieve schietbaan aan het Daillyplein, die om veiligheidsredenen werd afgebroken en vervangen door de Prins Boudewijnkazerne (zie nr. 4-4a-5-5a-6).
Het complex omvatte een langwerpig gebouw afgescheiden van de laan door een vijf hectare grote vlakte, het Plein van het Nationaal Comité genaamd; daarachter lagen de schietterreinen. Gebouw in baksteen en witte steen was in neomiddeleeuwse stijl ontworpen en had een imposant centraal paviljoen met torentjes. Het plan was gedeeltelijk van de hand van architect Symons, kapitein van het eerste regiment. In de schietlokalen, verdeeld over twee bouwlagen, waren gestapelde vuurlinies mogelijk. Er waren aparte schietstanden voor het geweer, de revolver en de karabijn (1905), maar ook voor salvovuur. In het noordoosten van de site kon worden gejaagd op namaakvogels op een bebost en heuvelachtig terrein. Een gedeelte van deze inrichting (schietheuvels, bomen, wegen, heuvels) is nog altijd te zien achter aan het complex van de VRT-RTBF (zie nr. 52 Auguste Reyerslaan).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw opgeëist door de Duitse strijdkrachten, die er 35mensen fusilleerden, waaronder Philippe Baucq, Édith Cavell en Gabrielle Petit. Op 10.04.1919 werd een gedenksteen met hun namen geplaatst in het noordwesten van de site. Daarbij kwam later een klein monument tere ere van Édith Cavell. Na de Wapenstilstand waren de lichamen van de slachtoffers overgebracht naar het ereperk van de begraafplaats van Schaarbeek of aan de familie teruggegeven. In 1940 werden de steen en het monument door de bezetter vernield. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fusilleerden de nazi's 261mensen op de Nationale Schietbaan. Aan het einde van de oorlog werd het grasveld waar ze begraven lagen, omgevormd tot gedenkplaats, het Ereperk der Gefusilleerden.
Door zijn indeling en zijn soberheid, met rijen kruisen, Davidssterren en betonnen grafzuilen, volgt het Ereperk de traditie van de gedenkbegraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog. Op een rechthoekig terrein met een steile helling en omringd door bomen wordt het geheel gedeeltelijk afgezoomd door een haag, en aan de zuidkant ligt een heuvel van de voormalige Nationale Schietbaan. Ertegen is een nieuwe steen geplaatst ter nagedachtenis van de gefusilleerden uit de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast herdenkt een memoriaal uit 1970 de onbekende Belgische politieke gevangene van de Tweede Wereldoorlog. Het bestaat uit een hoge grafzuil en een urne met daarin relieken van de slachtoffers van de concentratiekampen.
Bescherming 12.01.1983
De Nationale Schietbaan, die op 29.04.1963 werd gesloopt, werd gebruikt voor de oefeningen van de in Brussel gelegerde militaire eenheden en van particulieren. Ze lag op een terrein van 18hectare dat aan Landsverdediging toebehoorde, en verving in 1888-1889 de primitieve schietbaan aan het Daillyplein, die om veiligheidsredenen werd afgebroken en vervangen door de Prins Boudewijnkazerne (zie nr. 4-4a-5-5a-6).
Het complex omvatte een langwerpig gebouw afgescheiden van de laan door een vijf hectare grote vlakte, het Plein van het Nationaal Comité genaamd; daarachter lagen de schietterreinen. Gebouw in baksteen en witte steen was in neomiddeleeuwse stijl ontworpen en had een imposant centraal paviljoen met torentjes. Het plan was gedeeltelijk van de hand van architect Symons, kapitein van het eerste regiment. In de schietlokalen, verdeeld over twee bouwlagen, waren gestapelde vuurlinies mogelijk. Er waren aparte schietstanden voor het geweer, de revolver en de karabijn (1905), maar ook voor salvovuur. In het noordoosten van de site kon worden gejaagd op namaakvogels op een bebost en heuvelachtig terrein. Een gedeelte van deze inrichting (schietheuvels, bomen, wegen, heuvels) is nog altijd te zien achter aan het complex van de VRT-RTBF (zie nr. 52 Auguste Reyerslaan).

Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd het gebouw opgeëist door de Duitse strijdkrachten, die er 35mensen fusilleerden, waaronder Philippe Baucq, Édith Cavell en Gabrielle Petit. Op 10.04.1919 werd een gedenksteen met hun namen geplaatst in het noordwesten van de site. Daarbij kwam later een klein monument tere ere van Édith Cavell. Na de Wapenstilstand waren de lichamen van de slachtoffers overgebracht naar het ereperk van de begraafplaats van Schaarbeek of aan de familie teruggegeven. In 1940 werden de steen en het monument door de bezetter vernield. Tijdens de Tweede Wereldoorlog fusilleerden de nazi's 261mensen op de Nationale Schietbaan. Aan het einde van de oorlog werd het grasveld waar ze begraven lagen, omgevormd tot gedenkplaats, het Ereperk der Gefusilleerden.
Door zijn indeling en zijn soberheid, met rijen kruisen, Davidssterren en betonnen grafzuilen, volgt het Ereperk de traditie van de gedenkbegraafplaatsen van de Eerste Wereldoorlog. Op een rechthoekig terrein met een steile helling en omringd door bomen wordt het geheel gedeeltelijk afgezoomd door een haag, en aan de zuidkant ligt een heuvel van de voormalige Nationale Schietbaan. Ertegen is een nieuwe steen geplaatst ter nagedachtenis van de gefusilleerden uit de Eerste Wereldoorlog. Daarnaast herdenkt een memoriaal uit 1970 de onbekende Belgische politieke gevangene van de Tweede Wereldoorlog. Het bestaat uit een hoge grafzuil en een urne met daarin relieken van de slachtoffers van de concentratiekampen.
Bescherming 12.01.1983
Bronnen
Archieven
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.
Publicaties en studies
Brussel. Monuments et Sites classés, Brussel, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, 1994, p. 334.
DURIAU, F., “Le Tir national. Un lieu chargé d'histoire en ce mois anniversaire du V-Day”, Scarenbeka, 6, 1995, pp. 2-3.
En Mémoire de ceux qui tombèrent pour la patrie au Tir national. 1940-1944. Liste des victimes fusillées par les allemands. Ter Herinnering aan hen die vielen voor het vaderland. Lijst der Slachtoffers gefusilieerd door de Duitschers, s.l., s.d.
Tijdschriften
DURIAU, F., «Le Tir national. Un lieu chargé d'histoire en ce mois anniversaire du V-Day», Scarenbeka, 6, 1995, pp. 2-3.
Huis der Kunsten van Schaarbeek/lokaal fonds.
Publicaties en studies
Brussel. Monuments et Sites classés, Brussel, Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Dienst Monumenten en Landschappen, 1994, p. 334.
DURIAU, F., “Le Tir national. Un lieu chargé d'histoire en ce mois anniversaire du V-Day”, Scarenbeka, 6, 1995, pp. 2-3.
En Mémoire de ceux qui tombèrent pour la patrie au Tir national. 1940-1944. Liste des victimes fusillées par les allemands. Ter Herinnering aan hen die vielen voor het vaderland. Lijst der Slachtoffers gefusilieerd door de Duitschers, s.l., s.d.
Tijdschriften
DURIAU, F., «Le Tir national. Un lieu chargé d'histoire en ce mois anniversaire du V-Day», Scarenbeka, 6, 1995, pp. 2-3.