Typologie(ën)

appartementsgebouw

Ontwerper(s)

COOMANSarchitect1928

Stijlen

Art deco

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Landschappelijk
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2010-2012

id

Urban : 20707
lees meer

Beschrijving

Groot appartementsgebouw in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. n.o.v. architect Coomans, 1928.

Vormt opmerkelijke huizenrij met nr. 183-185 en 193.

Symmetrische gevel van zeven bouwlagen en zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Gevel in baksteen en witte steen. Centrale portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. geflankeerd door mijterboogvormige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. op bewerkte pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) met ingewerkte lantaarns, mijtervormige deur met versneden posten. In zijtraveeën garagepoorten. Verdiepingen geritmeerd door drie brede pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met geometrisch decor. Tweede en vijfde traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) behandeld als gestapelde trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door terras; de overige traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met zelfde vorm maar inspringend en met balkon op eerste verdieping. Zware kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op geometrische consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  met complex spel van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en zware topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen.. Smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., traliewerk en beglaasde toegangsdeur. Bewaarde garagepoorten. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  grotendeels vervangen.
.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 18-187.
GAS/OW Kist V, plan 17