Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
François (alias Frans) HEMELSOET – architect – 1912
François (alias Frans) HEMELSOET – architect – 1913
Paul CAUCHIE – architect, sgraffitoschilder – 1912-1913
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2012-2013
id
Urban : 22340
Beschrijving
Drie verschillende burgerhuizen in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, gesigneerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “F(rans) HEMELSOET / ARCHITECTE”. Hij ontwierp nr. 11 en 13 in 1912 voor eenzelfde opdrachtgever, en nr. 9 in 1913.
Ze vormen samen met nr. 15 een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl.
Op nr. 9, vier bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Gevel bekleed met hardsteen op de benedenverdieping en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen op de verdiepingen. Terugwijkende toegangsportiek met een gebogen muurvlak voorzien van een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een deur. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gebogen zijvensters, op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bekroond door een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk, voor een brede korfboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. In de laatste bouwlaag, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). n.o.v. Paul Cauchie met centraal een gestileerde vegetale vorm geflankeerd door twee knielende vrouwen in klassieke toga in een voorts gestileerd bloemendecor. Gebogen gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met topstuk in de laatste twee bouwlagen. Lekdorpels met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd. in de eerste twee bouwlagen. Getraliede deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard. Met uitzondering van de deur is het fraaie schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... lichtgeel en watergroen geschilderd. Bedaking gewijzigd in 1998.
Op nr. 11 en 13, gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Muuropeningen onder geprofileerde lateien.
Op nr. 11, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met één op twee rustica en diepe schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door twee registersVensterstrook in een topgevel. van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de benedenverdieping, boogvormige balkons op de verdiepingen, op de eerste met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere., op de tweede op druiper. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gescandeerd door diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en twee paar consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de as van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rust. Traliewerk van de keldervensters en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met art-nouveaumotieven bewaard, net als het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Op nr. 13, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de twee eerste bouwlagen onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., op benedenverdieping met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met plantenmotief, bekroond door een terras met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met monelenStenen vensterstijl.. Gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. TimpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. in de laatste bouwlaag versierd met sgraffiti n.o.v. Paul Cauchie waaronder, in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. een symmetrisch opgebouwde compositie rondom een medaillonRonde of ovale cartouche. met vrouwenfiguur in profiel. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met traliewerk in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Beglaasde smeedijzeren deur, traliewerk van de kelder en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Ze vormen samen met nr. 15 een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl.
Op nr. 9, vier bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Gevel bekleed met hardsteen op de benedenverdieping en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen op de verdiepingen. Terugwijkende toegangsportiek met een gebogen muurvlak voorzien van een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een deur. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gebogen zijvensters, op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bekroond door een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk, voor een brede korfboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. In de laatste bouwlaag, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). n.o.v. Paul Cauchie met centraal een gestileerde vegetale vorm geflankeerd door twee knielende vrouwen in klassieke toga in een voorts gestileerd bloemendecor. Gebogen gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met topstuk in de laatste twee bouwlagen. Lekdorpels met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd. in de eerste twee bouwlagen. Getraliede deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard. Met uitzondering van de deur is het fraaie schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... lichtgeel en watergroen geschilderd. Bedaking gewijzigd in 1998.
Op nr. 11 en 13, gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Muuropeningen onder geprofileerde lateien.
Op nr. 11, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met één op twee rustica en diepe schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door twee registersVensterstrook in een topgevel. van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de benedenverdieping, boogvormige balkons op de verdiepingen, op de eerste met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere., op de tweede op druiper. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gescandeerd door diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en twee paar consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de as van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rust. Traliewerk van de keldervensters en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met art-nouveaumotieven bewaard, net als het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Op nr. 13, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de twee eerste bouwlagen onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., op benedenverdieping met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met plantenmotief, bekroond door een terras met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met monelenStenen vensterstijl.. Gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. TimpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. in de laatste bouwlaag versierd met sgraffiti n.o.v. Paul Cauchie waaronder, in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. een symmetrisch opgebouwde compositie rondom een medaillonRonde of ovale cartouche. met vrouwenfiguur in profiel. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met traliewerk in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Beglaasde smeedijzeren deur, traliewerk van de kelder en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 9: 10-9; 11, 13: 10-11-13.
Publicaties en studies
9, 13: ARIJS, H., Paul
Cauchie (1875-1952): tussen feit en fictie. Biografische aanzet: beginjaren en
carrière als decorateur-entrepreneur tijdens de art-nouveauperiode (licentiaatsverhandeling
Kunstwetenschappen en Archeologie), 3 vol., VUB, Brussel, 2010-2011, catalogus
(vol. 3), cat. 46, pp. 82-83 (nr. 9); cat. 41, p. 75 (nr. 13).
Opmerkelijke bomen in de nabijheid