Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1912

François (alias Frans) HEMELSOETarchitect1913

Paul CAUCHIEarchitect, sgraffitoschilder1912-1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2012-2013

id

Urban : 22340
lees meer

Beschrijving

Drie verschillende burgerhuizen in eclectische stijl met art-nouveau-inslag, gesigneerd op de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. “F(rans) HEMELSOET / ARCHITECTE”. Hij ontwierp nr. 11 en 13 in 1912 voor eenzelfde opdrachtgever, en nr. 9 in 1913.

Ze vormen samen met nr. 15 een bijzonder homogene huizenrij in dezelfde stijl.

Op nr. 9, vier bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op de verdiepingen. Gevel bekleed met hardsteen op de benedenverdieping en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en witsteen op de verdiepingen. Terugwijkende toegangsportiek met een gebogen muurvlak voorzien van een getralied vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. en een deur. Houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met gebogen zijvensters, op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bekroond door een terras met houten borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met smeedijzeren traliewerk, voor een brede korfboogvormige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. In de laatste bouwlaag, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. versierd met een sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). n.o.v. Paul Cauchie met centraal een gestileerde vegetale vorm geflankeerd door twee knielende vrouwen in klassieke toga in een voorts gestileerd bloemendecor. Gebogen gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met topstuk in de laatste twee bouwlagen. Lekdorpels met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd. in de eerste twee bouwlagen. Getraliede deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met roedeverdeling bewaard. Met uitzondering van de deur is het fraaie schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  lichtgeel en watergroen geschilderd. Bedaking gewijzigd in 1998.

Op nr. 11 en 13, gevels met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., in hardsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen.. Muuropeningen onder geprofileerde lateien.
Op nr. 11, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met één op twee rustica en diepe schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. geflankeerd door twee registersVensterstrook in een topgevel. van pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en voorzien van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met monelenStenen vensterstijl.. Borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met balustersVaasvormige spijl van een borstwering. op de benedenverdieping, boogvormige balkons op de verdiepingen, op de eerste met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere., op de tweede op druiper. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. gescandeerd door diamantkoppenPiramidaal ornament (3 of 4 zijden), onder andere gebruikt in banden en friezen. en twee paar consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. in de as van de pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). rust. Traliewerk van de keldervensters en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met art-nouveaumotieven bewaard, net als het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Op nr. 13, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de twee eerste bouwlagen onder latei op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog., op benedenverdieping met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Gewelfde bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. op één consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. met plantenmotief, bekroond door een terras met stenen wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren traliewerk voor een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met monelenStenen vensterstijl.. Gekoofde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op twee consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. TimpanenMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. in de laatste bouwlaag versierd met sgraffiti n.o.v. Paul Cauchie waaronder, in de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. een symmetrisch opgebouwde compositie rondom een medaillonRonde of ovale cartouche. met vrouwenfiguur in profiel. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. versierd met traliewerk in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession.. Beglaasde smeedijzeren deur, traliewerk van de kelder en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard.

Bronnen

Archieven
GAS/DS 9: 10-9; 11, 13: 10-11-13.

Publicaties en studies
9, 13
ARIJS, H., Paul Cauchie (1875-1952): tussen feit en fictie. Biografische aanzet: beginjaren en carrière als decorateur-entrepreneur tijdens de art-nouveauperiode (licentiaatsverhandeling Kunstwetenschappen en Archeologie), 3 vol., VUB, Brussel, 2010-2011, catalogus (vol. 3), cat. 46, pp. 82-83 (nr. 9); cat. 41, p. 75 (nr. 13).