Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
François (alias Frans) HEMELSOET – architect – 1905-1906
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Eclectisme met pittoresk karakter
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2013-2014
id
Urban : 22767
Beschrijving
Geheel van twee burgerhuizen in eclectische stijl met invloed van respectievelijk de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. en de pittoreske stijl, n.o.v. architect Frans Hemelsoet, 1906 (nr. 86) en 1905 (nr. 88). Gesigneerd “F. HEMELSOET / ARCHITECTE” op de benedenverdieping van nr. 88. In Châtelet, Rue des Gravelles nr. 103 en 105, bevinden zich twee met nr. 88 identieke huizen die aan de architect kunnen worden toegeschreven.
Deze huizen maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 84 tot nr. 92.
Gevels in crèmekleurige baksteen met hardstenen elementen. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard, smeedijzeren beglaasde deuren vervangen.
Op nr. 86, opstand met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk, voor een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met hoefijzerboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. OntlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. oorspronkelijk versierd met sgraffiti met bloemenmotieven. Centraal gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard (behalve dat van de erker), met gebogen dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. met roedeverdeling. Getralied impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van de deur versierd met een glas-in-loodraam.
Op nr. 88, opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste twee bouwlagen en behandeld als geveltop met dubbel registerVensterstrook in een topgevel. in de laatste bouwlaag, voor een pseudomansarde links. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. vormt de laatste bouwlaag een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Deur onder trapezoïdale houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met wolfdak. Op de eerste verdieping, doorlopend balkon met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. verenigd onder een drieledige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Geveltop voorzien van een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met moneelStenen vensterstijl. achter een balkon, alsook van een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. achter een vaas als topstuk. Trapezoïdale geveltop met overstekend dak. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het balkon en van de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Houten consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., van het bovenste balkon en van het dak van de geveltop met schuine balken. Makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant. verdwenen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. oorspronkelijk voorzien van een zonnewering.
Deze huizen maken deel uit van een bijzonder homogene huizenrij uit dezelfde periode, van nr. 84 tot nr. 92.
Gevels in crèmekleurige baksteen met hardstenen elementen. KroonlijstenStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). bewaard, smeedijzeren beglaasde deuren vervangen.
Op nr. 86, opstand met symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Stenen erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. bekroond door een terras met borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en smeedijzeren traliewerk, voor een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met hoefijzerboogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. OntlastingsbogenBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. oorspronkelijk versierd met sgraffiti met bloemenmotieven. Centraal gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. bewaard (behalve dat van de erker), met gebogen dwarsregelsEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. met roedeverdeling. Getralied impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak. van de deur versierd met een glas-in-loodraam.
Op nr. 88, opstand met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. voorzien van gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in de eerste twee bouwlagen en behandeld als geveltop met dubbel registerVensterstrook in een topgevel. in de laatste bouwlaag, voor een pseudomansarde links. Op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. vormt de laatste bouwlaag een loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw.. Deur onder trapezoïdale houten luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. met wolfdak. Op de eerste verdieping, doorlopend balkon met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. traliewerk. GlasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. van de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. verenigd onder een drieledige luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak.. Geveltop voorzien van een glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met moneelStenen vensterstijl. achter een balkon, alsook van een oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster. achter een vaas als topstuk. Trapezoïdale geveltop met overstekend dak. Borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. van het balkon en van de loggiaOverdekte, halfopen ruimte; schaduwrijke inham in de gevel van een gebouw. in smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Houten consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. van de luifelsAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., van het bovenste balkon en van het dak van de geveltop met schuine balken. Makelaar1. Versiering op de nok van een dak in de vorm van een decoratieve metalen, terracotta of houten stang; - 2. Middenstijl van een dakspant. verdwenen. RaamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. vervangen. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. oorspronkelijk voorzien van een zonnewering.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 86: 219-86; 88: 219-88.
Publicaties en studies
GEMEENTE SCHAARBEEK, Concours de façades, manuscript bewaard in het lokaal fonds van het Huis der Kunsten van Schaarbeek.
Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, jg. 1, pl. XXIV.
Vers l'Art, 1907, pl. 90.
GAS/DS 86: 219-86; 88: 219-88.
Publicaties en studies
GEMEENTE SCHAARBEEK, Concours de façades, manuscript bewaard in het lokaal fonds van het Huis der Kunsten van Schaarbeek.
Tijdschriften
Album de la Maison Moderne, jg. 1, pl. XXIV.
Vers l'Art, 1907, pl. 90.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid