Voormalige zetel Adolphe Delhaize en Co, daarna Grandes Laiteries Réunies
Deschampheleerstraat 24, 26
Typologie(ën)
burgerwoning
kantoorgebouw
loods
kantoorgebouw
loods
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1883
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Inventaris(sen)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
- Inventaris van de Industriële Architectuur (AAM - 1980-1982)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Inventaris van het Industrieel Erfgoed (La Fonderie - 1993-1994)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Koekelberg (DPC-DCE - 2020-2023)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Sociaal Moeilijk te onderscheiden van de volkskundige waarde en over het algemeen onvoldoende om een selectie op zichzelf te rechtvaardigen. - plaats van herinnering van een gemeenschap, van een sociale groep (bijvoorbeeld: potale in Sainte-Agathe, het kerkplein in Berhem-Sainte-Agathe, Vieux Tilleuls de Boendael in Elsene) - een plaats met volkssymboliek (b.v. Café La Fleur en Papier Doré in de Alexiensstraat) - een plaats waar een wijk gegroepeerd of gestructureerd is (bv. de Fer à Cheval-gebouwen in de Floréal-woonwijk).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2020-2022
id
Urban : 35453
Beschrijving
Gebouw
met woning en kantoren aan de straatkant, opslagplaatsen achteraan, opgetrokken
voor Adolphe Delhaize & Co, naar een ontwerp van architect G. Hansotte,
1883.
Historiek
Adolphe Delhaize (Ransart, 1840 – Bousval, 1899) groeide op in een gezin met elf kinderen. In 1866 stichtte hij de vennootschap Adolphe Delhaize & Co en de firma Au Bon Marché om zijn producten in tal van verkooppunten te koop aan te bieden. Het jaar nadien stichtten zijn broers Jules, Auguste en Édouard en hun schoonbroer de vennootschap Delhaize Frères et Cie. Daarna stichtte een vierde broer, Louis, zijn eigen vennootschap Louis Delhaize, maar die bleef in Henegouwen. Geleidelijk ontstond verwarring tussen de eerste twee vennootschappen, ook al omdat Delhaize Frères et Cie eveneens de benaming Au Bon Marché hanteerden. Aan hun merknaam voegden zij dan de vermelding Le Lion toe. Beide vennootschappen organiseerden zich om eigen levensmiddelen te produceren en via hun netwerk te verdelen. In 1883 vestigde Delhaize Frères et Cie zich in Sint-Jans-Molenbeek met eigen fabrieken (zie Osseghemstraat nr. 53, 55). De vennootschap Adolphe Delhaize & Co spreidde haar fabrieken over meerdere plaatsen in Sint-Jans-Molenbeek en Koekelberg: een koekjesfabriek in de Piersstraat, een vermicellifabriek in wat later de Vermicellifabriekstraat zou worden, terwijl de kantoren en het centrale magazijn met laad- en loskaaien werden opgetrokken in de Deschampheleerstraat. Later kwamen op die plaats nog een stokerij, een stoomfabriek om koffie te branden en een chocoladefabriek. Drie jaar later liet de vennootschap op de naburige percelen (nr. 16, 18, 20, 22) woningen optrekken voor haar werknemers. In 1895 werd een ‘huis met hal en woonvertrekken’ gebouwd op wat nu nr. 28, 30, 32 en 34 is: de benedenverdieping van nr. 30, 32 en 34 (zie aldaar) werd ingenomen door een grote kruidenierszaak. In 1900, na het overlijden van Adolphe Delhaize, stichtte de vennootschap onder leiding van zijn vennoot en zijn dochter een ziekenfonds en een pensioenkas voor haar personeel. In hetzelfde jaar werden langsheen de Hovenierstraat paardenstallen toegevoegd aan de lokalen (afgebroken in de jaren 1960). In 1919 verhuisde de vennootschap Adolphe Delhaize & Co van de Deschampheleerstraat naar het Redersplein. Vanaf 1939 ging zij samen met de koekjes- en chocoladefabriek Victoria maar in 1950 werd zij opgeslorpt door haar concurrent, de vennootschap Delhaize Frères et Cie Le Lion. De winkels van Adolphe Delhaize werden omgevormd tot Le Lion. De vermelding A.D. Delhaize die thans nog bekend is, verwijst naar Affiliés Delhaize, supermarkten die onder franchise werken.
Na het vertrek van de vennootschap Adolphe Delhaize & Co in 1919, vestigde de naamloze vennootschap Les Grandes Laiteries Réunies zich in de lokalen van de Deschampheleerstraat. Zij bracht er uitrusting onder voor het verwerken van meer dan 1.000 liter melk of room per dag en voor de productie van boter en kaas. Er kwamen toen een schoorsteen bij (die vandaag nog te zien is, weliswaar ingekort), een machinezaal, een smederij en een werkplaats. Nog later werden een garage voor vrachtwagens en een opslagplaats voor 3.000 liter benzine toegevoegd. Spoedig kreeg de vennootschap de naam PAX, naar de naam van een van de melkerijen die erin opging. De vennootschap heeft weliswaar hoogtijden gekend, maar vanaf de 1950 ging het geleidelijk bergaf met haar activiteiten. In de lokalen gingen toen een aantal andere ondernemingen aan het werk. Artsen Zonder Grenzen België had er van 1970 tot 1994 zijn zetel. Sinds de jaren 2000 zijn er geluidsopnamestudio's gevestigd.
Beschrijving
Gebouw aan de straat met neoclassicistische inslag onder tentdak. Gevelopstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), drie bouwlagen en een mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst.. Hardstenen benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., verdiepingen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Rechthoekige gevelopeningen met geprofileerd lijstwerk. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met toegangsdeur, in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen; balkon met gietijzeren borstwering. SteigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met sierdeksels. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard: deur, ramen en getande kroonlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Via twee doorgangen aan weerszijden bereikt men het nijverheidsgebouw aan de achterkant.
Gebouw achteraan met twee bouwlagen. Bakstenen gevel, benedenverdieping wit geverfd. Centrale inkom via een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met twee gedrukte bogenBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. en daarboven een drielicht en een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., het geheel geflankeerd door brede pilasters. Links vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak en balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Rechts twee brede traveeën onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., elk met twee gevelopeningen onder gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. op de benedenverdieping en een gevelopening met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op de verdiepingen. Achteraan: bewaarde schoorsteen uit 1919. Ramen vervangen, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de toegangstravee bewaard.
Binnen bevinden zich grote ruimten onder een bewaarde glaspartij.
Historiek
Adolphe Delhaize (Ransart, 1840 – Bousval, 1899) groeide op in een gezin met elf kinderen. In 1866 stichtte hij de vennootschap Adolphe Delhaize & Co en de firma Au Bon Marché om zijn producten in tal van verkooppunten te koop aan te bieden. Het jaar nadien stichtten zijn broers Jules, Auguste en Édouard en hun schoonbroer de vennootschap Delhaize Frères et Cie. Daarna stichtte een vierde broer, Louis, zijn eigen vennootschap Louis Delhaize, maar die bleef in Henegouwen. Geleidelijk ontstond verwarring tussen de eerste twee vennootschappen, ook al omdat Delhaize Frères et Cie eveneens de benaming Au Bon Marché hanteerden. Aan hun merknaam voegden zij dan de vermelding Le Lion toe. Beide vennootschappen organiseerden zich om eigen levensmiddelen te produceren en via hun netwerk te verdelen. In 1883 vestigde Delhaize Frères et Cie zich in Sint-Jans-Molenbeek met eigen fabrieken (zie Osseghemstraat nr. 53, 55). De vennootschap Adolphe Delhaize & Co spreidde haar fabrieken over meerdere plaatsen in Sint-Jans-Molenbeek en Koekelberg: een koekjesfabriek in de Piersstraat, een vermicellifabriek in wat later de Vermicellifabriekstraat zou worden, terwijl de kantoren en het centrale magazijn met laad- en loskaaien werden opgetrokken in de Deschampheleerstraat. Later kwamen op die plaats nog een stokerij, een stoomfabriek om koffie te branden en een chocoladefabriek. Drie jaar later liet de vennootschap op de naburige percelen (nr. 16, 18, 20, 22) woningen optrekken voor haar werknemers. In 1895 werd een ‘huis met hal en woonvertrekken’ gebouwd op wat nu nr. 28, 30, 32 en 34 is: de benedenverdieping van nr. 30, 32 en 34 (zie aldaar) werd ingenomen door een grote kruidenierszaak. In 1900, na het overlijden van Adolphe Delhaize, stichtte de vennootschap onder leiding van zijn vennoot en zijn dochter een ziekenfonds en een pensioenkas voor haar personeel. In hetzelfde jaar werden langsheen de Hovenierstraat paardenstallen toegevoegd aan de lokalen (afgebroken in de jaren 1960). In 1919 verhuisde de vennootschap Adolphe Delhaize & Co van de Deschampheleerstraat naar het Redersplein. Vanaf 1939 ging zij samen met de koekjes- en chocoladefabriek Victoria maar in 1950 werd zij opgeslorpt door haar concurrent, de vennootschap Delhaize Frères et Cie Le Lion. De winkels van Adolphe Delhaize werden omgevormd tot Le Lion. De vermelding A.D. Delhaize die thans nog bekend is, verwijst naar Affiliés Delhaize, supermarkten die onder franchise werken.
Na het vertrek van de vennootschap Adolphe Delhaize & Co in 1919, vestigde de naamloze vennootschap Les Grandes Laiteries Réunies zich in de lokalen van de Deschampheleerstraat. Zij bracht er uitrusting onder voor het verwerken van meer dan 1.000 liter melk of room per dag en voor de productie van boter en kaas. Er kwamen toen een schoorsteen bij (die vandaag nog te zien is, weliswaar ingekort), een machinezaal, een smederij en een werkplaats. Nog later werden een garage voor vrachtwagens en een opslagplaats voor 3.000 liter benzine toegevoegd. Spoedig kreeg de vennootschap de naam PAX, naar de naam van een van de melkerijen die erin opging. De vennootschap heeft weliswaar hoogtijden gekend, maar vanaf de 1950 ging het geleidelijk bergaf met haar activiteiten. In de lokalen gingen toen een aantal andere ondernemingen aan het werk. Artsen Zonder Grenzen België had er van 1970 tot 1994 zijn zetel. Sinds de jaren 2000 zijn er geluidsopnamestudio's gevestigd.
Beschrijving
Gebouw aan de straat met neoclassicistische inslag onder tentdak. Gevelopstand van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), drie bouwlagen en een mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst.. Hardstenen benedenverdieping met doorlopende schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., verdiepingen bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen.. Rechthoekige gevelopeningen met geprofileerd lijstwerk. Centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), met toegangsdeur, in licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdiepingen; balkon met gietijzeren borstwering. SteigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met sierdeksels. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... bewaard: deur, ramen en getande kroonlijst op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Via twee doorgangen aan weerszijden bereikt men het nijverheidsgebouw aan de achterkant.
Gebouw achteraan met twee bouwlagen. Bakstenen gevel, benedenverdieping wit geverfd. Centrale inkom via een portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met twee gedrukte bogenBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. en daarboven een drielicht en een topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. met boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen., het geheel geflankeerd door brede pilasters. Links vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak en balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Rechts twee brede traveeën onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is., elk met twee gevelopeningen onder gedrukte boogBoog waarvan de kromming lager is dan de overeenkomstige rondboog. op de benedenverdieping en een gevelopening met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. op de verdiepingen. Achteraan: bewaarde schoorsteen uit 1919. Ramen vervangen, kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). van de toegangstravee bewaard.
Binnen bevinden zich grote ruimten onder een bewaarde glaspartij.
Bronnen
Archieven
GAK/DS 8 (1883), 39 (1900), 39 (1903), 43 (1904), 639-72 (1908), 1107-23 (1919), 1325-55 (1923), 1784-86 (1926), 3148-80 (1938).
Publicaties en studies
CULOT, M. (o.l.v.), Koekelberg. Inventaire visuel de l'architecture industrielle à Bruxelles, AMA, Brussel, 1980, fiche 21.
STEPMAN, C., VERNIERS, L., Koekelberg dans le cadre de la région nord-ouest de Bruxelles, De Boeck, Brussel, 1966.
SUTTER, D., Koekelberg. Au fil du temps… Au cœur des rues…, Drukker, Parijs, 2012.
TONDEUR, F., Koekelberg, CFC-Éditions, Brussel, 2000.