Kantoren van Solvay
Prins Albertstraat 7-9, 29-31-33
Koninklijke-Prinsstraat 20-22
Keienveldstraat 58
Typologie(ën)
kantoorgebouw
Ontwerper(s)
Henri VANDEVELD – architect – 1883-1910
Constant BOSMANS – architect – 1883-1910
Paul BONDUELLE – architect – 1927-1935
Raymond MOENAERT – architect – 1959
André BELPALME – architect – 1961
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Modern classicisme
Art deco
Modernisme
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen spelen, meer dan andere bouwkundige goederen, een prominente rol in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte in het verleden. Meestal determineren zijn andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het hierin een rol speelt, bijvoorbeeld hoekgebouwen, coherente pleinen of (straatwanden), deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, maar ook relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe deze architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2007-2009
id
Urban : 19295
Beschrijving
Kantoren van Solvay op doorlopende percelen.
Oudste deel n.o.v. arch. C. Bosmans en H. Vandenveld, 1883. Oorspronkelijk symmetrische opbouw van drie bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkel zes terugspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bewaard met Engelse kelder afgesloten door smeedijzeren hekwerk. Witstenen gevel met hardstenen elementen. Benedenverdieping met doorlopende hardstenen banden. Rechthoekige muuropeningen met hardstenen omlijsting, op benedenverdieping getralied en op eerste verdieping onder hardstenen entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
In 1899 en 1910 verzorgden dezelfde architecten uitbreidingen in dezelfde stijl, waarvan enkel deel van gevel in Koninklijke Prinsstraat is bewaard.
Grote uitbreiding en interne verbouwingswerken n.o.v. arch. Paul Bonduelle, 1927-1935. Deel van de gevels in beide straten worden bewaard maar links en rechts uitgebreid en geplaatst onder leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met terugspringende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Aan Prins Albertstraat wordt terugspringend volume bewaard en links en rechts uitgebreid met respectievelijk zes- en veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in vergelijkbare stijl. Linkervleugel heeft nog oorspronkelijk uitzicht bewaard met op eerste verdieping alternerend spel van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. al of niet onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Hoofdingang wordt verplaatst naar links, naar deur tussen Dorische zuilen en onder zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., allen in hardsteen.
Aan Koninklijke Prinsstraat wordt gevel uit 1899 ingesloten door uitbreidingen in classicistische stijl met lichte art-decoaccenten.
Nivellerende onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede keldervensters. Meestal drie bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. op getande stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., enkel eerste vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vier bouwlagen. Gevels om de vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met Dorische deelzuilen en op attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen halfronde nissen, eerste risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. voorzien van poort onder mijterboog. Gevels in lichtgekleurde baksteen en witsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping alternerende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gebeeldhouwde guirlandes of taferelen die verwijzen naar de bezigheden van de groep Solvay.
Tweede uitbreiding in klassiek modernistische stijl n.o.v. arch. R. Moenaert, 1959.
Witstenen gevels met aan beide straten dezelfde opbouw: onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. van twee of drie bouwlagen tussen monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. waarvan hoogste terugspringend.
Keienveldstraat nr. 58. Laatste uitbreiding in modernistische stijl n.o.v. arch. A. Belpalme, 1961.
Complex bestaande uit zijvleugels van vijf bouwlagen en hogere terugspringende dwarsvleugel van zeven bouwlagen.
Oudste deel n.o.v. arch. C. Bosmans en H. Vandenveld, 1883. Oorspronkelijk symmetrische opbouw van drie bouwlagen en tien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Enkel zes terugspringende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) bewaard met Engelse kelder afgesloten door smeedijzeren hekwerk. Witstenen gevel met hardstenen elementen. Benedenverdieping met doorlopende hardstenen banden. Rechthoekige muuropeningen met hardstenen omlijsting, op benedenverdieping getralied en op eerste verdieping onder hardstenen entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles..
In 1899 en 1910 verzorgden dezelfde architecten uitbreidingen in dezelfde stijl, waarvan enkel deel van gevel in Koninklijke Prinsstraat is bewaard.
Grote uitbreiding en interne verbouwingswerken n.o.v. arch. Paul Bonduelle, 1927-1935. Deel van de gevels in beide straten worden bewaard maar links en rechts uitgebreid en geplaatst onder leien mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. met terugspringende dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..
Aan Prins Albertstraat wordt terugspringend volume bewaard en links en rechts uitgebreid met respectievelijk zes- en veertien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in vergelijkbare stijl. Linkervleugel heeft nog oorspronkelijk uitzicht bewaard met op eerste verdieping alternerend spel van venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. al of niet onder entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Hoofdingang wordt verplaatst naar links, naar deur tussen Dorische zuilen en onder zwaar entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles., allen in hardsteen.
Aan Koninklijke Prinsstraat wordt gevel uit 1899 ingesloten door uitbreidingen in classicistische stijl met lichte art-decoaccenten.
Nivellerende onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede keldervensters. Meestal drie bouwlagen, hoogste als attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. op getande stenen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)., enkel eerste vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met vier bouwlagen. Gevels om de vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geritmeerd door licht risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met Dorische deelzuilen en op attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. centraal vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen halfronde nissen, eerste risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. voorzien van poort onder mijterboog. Gevels in lichtgekleurde baksteen en witsteen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op eerste verdieping alternerende borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met gebeeldhouwde guirlandes of taferelen die verwijzen naar de bezigheden van de groep Solvay.
Tweede uitbreiding in klassiek modernistische stijl n.o.v. arch. R. Moenaert, 1959.
Witstenen gevels met aan beide straten dezelfde opbouw: onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met getraliede venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., vensterregistersDoorlopende horizontale aaneenschakeling van vensters. van twee of drie bouwlagen tussen monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en twee attiekverdiepingenVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw. waarvan hoogste terugspringend.
Keienveldstraat nr. 58. Laatste uitbreiding in modernistische stijl n.o.v. arch. A. Belpalme, 1961.
Complex bestaande uit zijvleugels van vijf bouwlagen en hogere terugspringende dwarsvleugel van zeven bouwlagen.
Bronnen
Archieven
GAE/DS 256-7-9; 256-31; 256-33-35; 257-12-18; 257-32-34.
GAE/DS 256-7-9; 256-31; 256-33-35; 257-12-18; 257-32-34.
Tijdschriften
BOSMANS, C., VANDEVELD, H., 'Bureaux Solvay et Cie, r. du Prince Albert, Ixelles (1883)', L'Émulation, 12, 1885, pl. 45-46.
BOSMANS, C., VANDEVELD, H., 'Bureaux Solvay et Cie, r. du Prince Albert, Ixelles (1883)', L'Émulation, 12, 1885, pl. 45-46.