Typologie(ën)

villa
liefdadigheidsinstelling

Ontwerper(s)

Alexis PARTOESarchitect1859-1862

Émile JANLETarchitect1892

INCONNU - ONBEKEND1800-1825

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31644
lees meer

Beschrijving

Complex naar ontwerp van architect A. Partoes van 1859, waarvoor eerstesteenlegging in 1860, ingehuldigd in 1862. Opgetrokken op het eigendom Mosselmans, waarvan de villa als directeurswoning werd geïncorporeerd.

De oude Berg van Barmhartigheid, opgericht in 1618, was eertijds gevestigd in het door architect W. Cobergher verbouwde Hof van Beersel aan de Lombardstraat, dat werd gesloopt bij het doortrekken van de Zuidstraat in 1860-1862. Instelling vanaf de oprichting tot op heden in functie, met een kortstondige onderbreking tijdens de Franse overheersing.

MonumentaalZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. vrijstaand gebouw op L- vormige plattegrond, in sobere neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl; vijf bouwlagen + mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst. onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.. Gestrenge voorgevel met dertien brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), nadrukkelijk geleed in twee horizontale registersVensterstrook in een topgevel.. Hoge sokkelvormende benedenbouw die de straathelling opvangt, met hardstenen bekleding, geprofileerde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en massieve puilijst. Geritmeerd door steekboognissen, oorspronkelijk met getraliede bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden., in de middenpartij alternerend geopend voor de verschillende toegangen, in de tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voor een wachthuisje; enkele bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. verlaagd in 1911. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde bovenbouw, geritmeerd door kolossaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. steekboognissen, geopend door regelmatige registersVensterstrook in een topgevel. van getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. venstertjes in geriemde hardstenen omlijsting, telkens twee per traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) Breed klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op een uitgelengde consolerij, ertussen casementen met alternerend leeuwenkoppen en mezzaninovensters, belijnd door een kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.. Zelfde opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. voor de zij- en achtergevels. Aanpalende deurtravee, links, later verhoogd met een beglaasde ijzeren erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld..

Interieur. Kelder met bakstenen graatgewelven op vierkante pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…). Hoge gelijkvloerse en lage bovenverdiepingen met ijzeren balkenlagen op gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. kolommenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., respectievelijk met vlakke zoldering en troggewelven; Polonceaudakspant. Centraal trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met ijzeren bordestrap en bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden.. Indeling van de begane grond met onder meer kantoren en loketten voor inname en teruggave en verkoopzaal, gewijzigd n.o.v. architect E. Janlet in 1892; depots op de verdieping (1880).

Directeurswoning in de tuin, vroegere Villa Mosselmans. Vrijstaand palladiaans landhuis in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl, daterend ca. 1800-1825. Opgetrokken in het meest oostelijk gedeelte van de tuinen van het voormalige kapucijnenklooster, dat in 1803 openbaar werd verkocht. In 1821 in het bezit van wijnhandelaar E. Mosselmans, die het eigendom in 1858 verkocht.
Gebouw op rechthoekig plattegrond, met souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., twee bouwlagen en vijf bij vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgeknot tentdakDak met vier dakvlakken die in één punt samenkomen (tentdak); onttopt tot een vierzijdig plat dak vormt het een paviljoendak.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde lijstgevels op natuurstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., horizontaal geleed door de geprofileerde puilijst. Voorgevel met dubbelhuisopstand, de ingang gemarkeerd door een bordestrap en portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met Dorische zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd. en pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., waarop bekronend gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkon met liermotief en rozettenRozet, versiering met concentrische vorm, lijkend op een bloem; in ruime zin roosvenster, groot rondlicht, gevuld met gotisch maaswerk van rozetten, drie-, vier- en veelpassen in concentrische schikking en/of gevuld met glas-in-lood.. rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op de benedenverdieping in vlakke omlijsting, op de bovenverdieping geflankeerd door vereenvoudigde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. waarop
entablement; doorgetrokken lekdrempels. Klassieke beëindiging met friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; hoge afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap..

Vrij intact interieur
in empirestijl. Klassieke indeling met telkens twee vertrekken aan weerszij van de centrale hal met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. achteraan. Vertrekken met marmeren schouw onder geschilderd topstuk, pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. als deur- en vensteromlijsting en stucplafond met palmettenVersiering in de vorm van een palmblad.. TrappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. met nissenUitsparing in de dikte van een muur, kan rechthoekig zijn of onder een boog, achtervlak kan vlak, segmentvormig, halfrond of gebogen zijn; diepe nis voor standbeeld. waarin beelden voorstellend de Seizoenen; trap met acajou-trappaal en gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. spijlen gehecht aan de buitenzijde van het schroevend kuipstuk. Renovatie onder leiding van architect L.E. Fagnart, aangevat in 1990.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 21328 (1859-1862, 1911); PP, 944.

Tijdschriften
FAGNART L.E., A propos du Mont de Piété, La villa du directeur (Les Marolles, 1990, 27, p. 8- 11).