Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

P.J. PEETERSarchitect1848

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30340
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende burgerwoningen, volgens repeterend schema, in neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. stijl naar een ontwerp van architect P.J. Peeters, 1848.

Drie bouwlagen en respectievelijk twee en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. BepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderde gevel, de begane grond met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., hardstenen plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en puilijst; op nr. 43 ontpleisterd. Rechthoekige deuren en venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempel, op de verdiepingen in geriemde omlijsting, de bel-etage met doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters., de lagere tweede verdieping met onderdorpels. Op nr. 45 trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. (1901). KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met tandlijst en klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., vernieuwd met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. in nr. 43, boven friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 17229 (1848), 17234 (1901).