Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

P.J. PEETERSarchitect1848

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30340
lees meer

Beschrijving

Geheel van twee verschillende burgerwoningen, volgens repeterend schema, in neoclassicistische stijl naar een ontwerp van architect P.J. Peeters, 1848.

Drie bouwlagen en respectievelijk twee en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Bepleisterde en beschilderde gevel, de begane grond met doorlopende  schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren., hardstenen plint en puilijst; op nr. 43 ontpleisterd. Rechthoekige deuren en vensters met lekdrempel, op de verdiepingen in geriemde omlijsting, de bel-etage met doorlopende  balustradeHekwerk van spijlen of balusters., de lagere tweede verdieping met onderdorpels. Op nr. 45 trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op centrale consoleVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. (1901). Kroonlijst met tandlijst en klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop., vernieuwd met modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. in nr. 43, boven fries met bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. en kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 17229 (1848), 17234 (1901).