Typologie(ën)

bank

Ontwerper(s)

Henri RIECKarchitect1900

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30422
lees meer

Beschrijving

Monumentaal bankgebouw in eclectische stijl met neoclassicistische inslag, n.o.v. architect H. Rieck uit 1900 voor de zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) links, met symmetrische opstand. Uitgebreid met twee bijkomende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) rechts in 1906.

Gevel van drie bouwlgen bovenop souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping., opgetrokken uit natuur- en hardsteen, met door kordons gemarkeerde registersVensterstrook in een topgevel.. Centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. van drie traveeën met centrale inkom, op de hoofdverdieping gemarkeerd door een balkon met bewerkte consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en balustradeHekwerk van spijlen of balusters.. Benedenverdieping met doorlopende  schijnvoegen op sokkel met bossageIn oorsprong een gevelbehandeling waarbij ruwgehakte, rechthoekige blokken natuursteen uit de loodlijn steken en de gevel op die manier een fors, rustiek (rustica) karakter verleent; later op gevel vormelijk geïmiteerd door middel van uitspringend al dan niet bepleisterde bakstenen blokken of banden (doorlopende schijnvoegen).. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met geriemde omlijstingen, doorgetrokken entablementen, lekdrempels en borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.; getraliede beneden- en souterrainvensters. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. onder de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..
Uitbreiding rechts (1906) gemarkeerd door een risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden., met zwaarder
entablement op Dorische driekwartzuilen en zelfde balkons op de bel-etage. Huidige mansarde met dakkapellen n.o.v. architecten C. en J.R Housiaux (1969), ter vervanging van de in 1906 aangebrachte attiekbalustrade.

Interieur met bewaarde suite van fraai gelambriseerde kantoren met marmeren schouwen en parket, op de eerste verdieping

Ruime aanbouw achteraan in Nieuwe Zakelijkheid n.o.v. architect R Devadder, 1937. Markante lokettenzaal over twee verdiepingen, onder een betonnen booggewelf met glasvulling; trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..

Bronnen

Archieven
SAB/OW 19282 (1900, 1906), 81661 (1969), 48718 (1937).