Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

Paul HANKARarchitect1898

Juridisch statuut

Ingeschreven op de bewaarlijst sinds 28 juni 2001

Stijlen

Art nouveau
Eclectisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 6796
lees meer

Beschrijving

Huis in eclectische stijl met geometrische art-nouveau-elementen n.o.v. arch. Paul Hankar, 1898, i.o.v. Désiré Forge, voor wie de architect een maand eerder Demeurstraat nr. 6a ontwierp.

Drie bouwlagen en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Bakstenen gevel met hardstenen elementen. Benedenverdieping met hardstenen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Vitrine met roedeverdeling tussen twee deuren onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Op elke verdieping, drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met centraal glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. onder doorlopende  I-balkIJzeren latei met I-profiel., op kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog. in eerste verdieping. Laterale vensterdorpels met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Balkons volgens verkleinende ordonnantie op gestileerde consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.; laagste balkonplatform volgt kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels.; smeedijzeren borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met geometrische motieven. BoogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. boven drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. in laatste bouwlaag, waarbij de vier centrale als ontlastingsboogBoog boven een venster- of deuropening die druk van het muurwerk op de stijlen afwentelt en zo het linteel ontlast. functioneren; laterale bogenConstructie waarvan de beschrijvende lijnen delen van cirkels of gebogen lijnen zijn en waarin alle drukkrachten optreden. over lekdrempel met spuwersUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met hoge friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). vroeger wellicht met sgraffiti, met steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. binnen gestileerde omlijsting. Uitkragende kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met afwisselend vlakke modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst. en korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .

*Gevrijwaard op 28.06.2001.

Bronnen

Archieven
GAESG/DS 1345 (1898).
AAM/Fonds Paul Hankar.

Publicaties en studies
LOYER, F., Paul Hankar. Naissance de l’Art Nouveau, AAM, Brussel, 1986, pp. 185-186.