Typologie(ën)
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
P. HERMANUS – 1903
Stijlen
Art nouveau
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30224
Beschrijving
Opbrengsthuis
in art nouveau naar
ontwerp van architect P. Hermanus, 1903.
Zes bouwlagen + entresol en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Markante lijstgevel met keramische tegelbekleding met guirlandemotieven, gecompartimenteerd door platte banden doorgetrokken in de vensteromlijstingen. Winkelpui met hardstenen posten en plint, winkelingang tussen afgeronde vitrines, en privédeur. Getoogd entresolraam. Eerste verdieping gemarkeerd door een gevelbrede, rechthoekige houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met typische roeden, waarop een fraai gesmeed ijzeren balkon. Twee respectievelijk getoogde en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede en derde verdieping ; één halfrond boogvenster met zelfde ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de vierde verdieping. Hoogste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met drie rechthoekige vensters, belijnd door fijne houten kroonlijsten.
Zes bouwlagen + entresol en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Markante lijstgevel met keramische tegelbekleding met guirlandemotieven, gecompartimenteerd door platte banden doorgetrokken in de vensteromlijstingen. Winkelpui met hardstenen posten en plint, winkelingang tussen afgeronde vitrines, en privédeur. Getoogd entresolraam. Eerste verdieping gemarkeerd door een gevelbrede, rechthoekige houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met typische roeden, waarop een fraai gesmeed ijzeren balkon. Twee respectievelijk getoogde en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede en derde verdieping ; één halfrond boogvenster met zelfde ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de vierde verdieping. Hoogste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met drie rechthoekige vensters, belijnd door fijne houten kroonlijsten.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 13073 (1903).