Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

P. HERMANUS1903

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30224
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in art nouveau naar ontwerp van architect P. Hermanus, 1903.

Zes bouwlagen + entresol en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Markante lijstgevel met keramische tegelbekleding met guirlandemotieven, gecompartimenteerd door platte banden doorgetrokken in de vensteromlijstingen. Winkelpui met hardstenen postenVerticale zijden van een opening waarop een boog of latei rust. en plintHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel., winkelingang tussen afgeronde vitrines, en privédeur. GetoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. entresolraam. Eerste verdieping gemarkeerd door een gevelbrede, rechthoekige houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met typische roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd., waarop een fraai gesmeed ijzeren balkon. Twee respectievelijk getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. en rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de tweede en derde verdieping ; één halfrond boogvenster met zelfde ijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. op de vierde verdieping. Hoogste verdieping opgevat als attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met drie rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., belijnd door fijne houten kroonlijsten
.


Bronnen

Archieven
SAB/OW 13073 (1903).