Typologie(ën)

sociale woonblok

Ontwerper(s)

Joseph VAN NECKarchitect1913

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32521
lees meer

Beschrijving

Complex arbeiderswoningen naar ontwerp van architect J. Van Neck van 1913, voltooid in 1916. Opgetrokken door de Stad Brussel, op initiatief en met gelden van de filantroop Semet-Solvay; later overgedragen aan Le Foyer Bruxellois. 

Langgerekt woonblok van vijf bouwlagen en negentien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Negentwintig drie- en vierkamerwoningen met keuken en w.c. en een conciërgewoonst; gemeenschappelijke droogplaats op het plat dak en binnenplaats achteraan. In opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur. en indeling sterk verwant met de typologie van de Cité Hellemans (zie Blaesstraat nr. 174-198). De plattegrond groepeert zes woningen per verdieping, aan weerszij van drie trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht..

Symmetrisch opgebouwd gevelfront als afspiegeling van de inwendige organisatie. ParementGevel- of muurbekleding. van baksteen doorspekt met hardsteen, ook voor de met breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen. belijnde sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.; gebruik van contrasterend gekleurde baksteen in decoratief verband voornamelijk voor borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…).. Ingehouden art nouveau-inslag met geometriserend karakter in de algehele lijnvoering, enkele sterk gehavende sgraffitiSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister)., en het ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van inkomdeuren, inrijpoort, venstertralies en balkonleuningen. Gevelritme aangegeven door sterk geaccentueerde risalietenRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. corresponderend met de trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.: hoger oplopende middentravee met inkom onder fraaie vensterkorf, sgraffitopaneel, bekronende oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster., volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en gebogen kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).; zijtraveeën met typisch uitgebogen borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Opschrift “1916 - VILLE DE BRUXELLES - FONDATION/STICHTING SEMET-SOLVAY - STAD BRUSSEL – 1916”. Tussenliggende traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) voorzien van doorlopende  ijzeren balkons die gestapelde loggia’s vormen in de middenpartijen; leuningen met opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. trektang- en hamermotief. Rondboogvensters op de begane grond, rechthoekige - als drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. in de hoekpartijen - op de bovenverdiepingen. Ijzeren balustradeHekwerk van spijlen of balusters. met postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering. boven de kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Achtergevel belijnd door doorlopende  ijzeren balkons tussen de w.c.-annexen.



Bronnen

Archieven
SAB/PP 459.

Publicaties en studies
LEMONNIER M., Ville de Bruxelles, Donation Semet-Solvay, notice sur les habitations ouvrières érigées rue de la Forêt d’Houthulst, Brussel, 1920.