Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
Ontwerper(s)
A. HANNAERT – architect – 1962
INCONNU - ONBEKEND – 1690-1710
Stijlen
Traditionele architectuur
Neotraditioneel
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33334
Beschrijving
Diephuis
van drie bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Laat-barokke voorgevel met
in- en uitzwenkende top, te dateren eind 17e eeuw – begin 18e eeuw. Grondige restauratie gross modo naar
oorspronkelijk patroon, n.o.v. architect A. Hannaert, 1962.
Baksteenbouw met gedeeltelijk behoud van zandstenen elementen, naast gebruik van andere natuursteen. Gevel gemarkeerd door over de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. doorgetrokken vlakke vensteromlijstingen; horizontaal accent door middel van de geprofileerde druiplijsten ter hoogte van de boven- en onderdorpels. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en lelievormige muurankers met krul. Drieledige geveltop: eerste geleding met gekoppelde rondboogvensters met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. opgenomen in de doorgetrokken druiplijst en flankerende oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. onder booglijst met bolornament; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en oculus respectievelijk in de tweede en derde geleding. Top afgewerkt met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en pseudo-fronton. Benedenverdieping met inbreng van schouderboogdeur (1962).
Baksteenbouw met gedeeltelijk behoud van zandstenen elementen, naast gebruik van andere natuursteen. Gevel gemarkeerd door over de borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. doorgetrokken vlakke vensteromlijstingen; horizontaal accent door middel van de geprofileerde druiplijsten ter hoogte van de boven- en onderdorpels. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en lelievormige muurankers met krul. Drieledige geveltop: eerste geleding met gekoppelde rondboogvensters met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. opgenomen in de doorgetrokken druiplijst en flankerende oculiKlein rond, ovaal of polygonaal venster. onder booglijst met bolornament; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. en oculus respectievelijk in de tweede en derde geleding. Top afgewerkt met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en pseudo-fronton. Benedenverdieping met inbreng van schouderboogdeur (1962).
Bronnen
Archieven
SAB/OW 72087 (1962).
Websites
BALat KIK-IRPA