Typologie(ën)
woning of opbrengsthuis (onbepaald)
portiek/poort
portiek/poort
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1600-1699
Pierre WINCQZ – Steenkapper – 1635-1728
Stijlen
Traditionele architectuur
Barok
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Archeologisch
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 33332
Beschrijving
Diephuis
van twee bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken., opklimmend tot de 17e eeuw.
Verankerde bepleisterde gevel met in- en uitzwenkende top. Aangepaste rechthoekige vensters (19e eeuw); verdiepte borstwering met latere balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Door platbanden gelede geveltop onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., met rondboogvenster onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Fraai barok rondboogdeurtje, met steenhouwersmerk van P. Wincqz (1635-1728; Feluy): geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. en sterk geprofileerde hardstenen omlijsting met imposten en voluutsluitsteen onder booglijst, gevat tussen langgerekte omgekeerde volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.; aansluitend geknikt boogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. eveneens tussen cantonnerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en onder gebogen druiplijst met horizontale aanzetten.
Verankerde bepleisterde gevel met in- en uitzwenkende top. Aangepaste rechthoekige vensters (19e eeuw); verdiepte borstwering met latere balustradeHekwerk van spijlen of balusters. in de centrale traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Door platbanden gelede geveltop onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening., met rondboogvenster onder oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Fraai barok rondboogdeurtje, met steenhouwersmerk van P. Wincqz (1635-1728; Feluy): geringdeVoorzien van een fijne, horizontale band. en sterk geprofileerde hardstenen omlijsting met imposten en voluutsluitsteen onder booglijst, gevat tussen langgerekte omgekeerde volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.; aansluitend geknikt boogvormig bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. eveneens tussen cantonnerende volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer. en onder gebogen druiplijst met horizontale aanzetten.
Bronnen
Websites
BALat KIK-IRPA