Typologie(ën)

opbrengsthuis
hotel
cinema/bioscoop
theater/schouwburg

Ontwerper(s)

D. FASTRÉarchitect1890

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32035
lees meer

Beschrijving

Complex met opbrengsthuizen, ter plaatse van het zogenaamd Théâtre de la Bourse. Voorheen theater in Moorse stijlStijl geinspireerd op de Arabische bouwkunst en voornamelijk gekenmerkt door een rijke polychromie en hoefijzerboogvormige muuropeningen. gekenmerkt door koepelsBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. en hoefijzerbogenBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer., met somptueuze binneninrichting door architect Alban Chambon, geopend in 1885. Toen deel uitmakend van een ruimer complex, met het Grand Hotel Central (Beursplein nr. 3) en tien opbrengsthuizen, n.o.v. architect C. Gys van 1884, dat het gehele bouwblok innam. Nagenoeg volledig door brand verwoest in 1890.

Huidige gebouwen in eclectischeVeel voorkomende stijl (ca. 1850-1914) die inspiratie put uit verschillende architectuurstijlen uit het verleden. Komt door de combinatie van enerzijds verschillende stijlelementen en anderzijds nieuwe technieken en materialen tot een unieke eigentijdse creatie. stijl met vnl. neoclassicistischeArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. inslag, n.o.v. architect D. Fastré, 1890 (zie ook Visverkopersstraat nr. 2 tot 24).

Symmetrisch geordonneerde gevels, bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. en beschilderd op hardstenen onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Verticaal gevelritme aangegeven door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., risalietenRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. en oplopende vensteromlijstingen. Verdiepingen belijnd door balkons op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. en met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Begane grond verbouwd.

Nr. 3-5. Opbrengsthuis met vier traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en oorspronkelijk vier bouwlagen, vijfde bouwlaag en mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. later toegevoegd; heden deel uitmakend van Hotel Central. Centrale risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met latere, neorenaissance-erker, doorlopend  in het gevelbrede balkon. Beglaasde entresol met pilasterindeling. Geknikte achtergevel in Paul Devauxstraat nr. 6-8.

Nr. 7 tot 17. Complex met verschillende opbrengsthuizen achter gemeenschappelijke gevelwand en oorspronkelijk met overdekte markt binnen in het bouwblok; vanaf 1897 zogenaamd
Théâtre de l’Olympia - café-concert en variététheater -, zogenaamd L’Ambassador vanaf 1928, bioscoop vanaf 1936.
Gevel met negen traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en vier bouwlagen + entresol onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken.. Gevelbreed balkon op brede consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief. op eerste, ondiep op hoogste verdieping. AttiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt. met belvédère in drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. alternerend met driehoekig en gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening..

Nr. 19. Bewaard gedeelte van zij- en achtergevel van het
Théâtre de la Bourse, in 1890 verbouwd tot woningen en winkels. Eenvoudige opstandBouwkundige tekening op schaal van een verticaal vlak van een gevel, een binnenmuur,…; in ruime zin het verticaal vlak van een gevel of muur., zes traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) waaronder afgeschuindeSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en zeven bouwlagen, met lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries). en attiekMuur of bouwlaag boven de kroonlijst die meestal het dak aan het gezicht onttrekt.; kleine vensteropeningen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 946 (1884-1890).