Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1600-1700

INCONNU - ONBEKEND1850-1900

INCONNU - ONBEKEND1750-1800

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 32874
lees meer

Beschrijving

Dubbelhuis met twee bouwlagen en vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.

Bepleisterde en beschilderde lijstgevel, te oordelen naar sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. en lelie-ankers 17e-eeuwse kern met 18e- en 19e-eeuwse aanpassingen. Rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., op begane grond getralied op lekdrempels, op bovenverdieping in geriemde stucomlijsting met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en orenUitstekend deel van sommige bouwelementen of -constructies, meestal louter decoratief. (tweede helft 19e eeuw), op kordonvormende lekdrempels. Rondboogpoort met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. in met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en gestrekte waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. belijnd veld. Geprofileerde kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). boven bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Drie afgewolfdeZadeldak waarvan de nok niet tot de geveleinden doorloopt, maar met korte driehoekige eindschilden (wolfeinden) wordt afgewolfd. dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap., de grotere middelste getoogdBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster., geblokt, met sluitsteenSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. en gebogen waterlijstVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op gestrekte uiteinden, met kleine roedenDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. (tweede helft 18e eeuw).