Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Octave VAN RYSSELBERGHEarchitect1898

Henry VAN DE VELDEarchitect1898

Juridisch statuut

Beschermd sinds 04 december 1997

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 15908
lees meer

Beschrijving

Op hoek met De Craeyerstraat. Herenhuis in art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession., n.o.v. arch. Octave Van Rysselberghe en Henry Van de Velde, i.o.v. weduwe Florence De Brouckère, vlg. bouwvergunning van 1898. Deels vrijstaand.

Geschiedenis. Florence De Brouckère was de schoonmoeder en tante van Louis De Brouckère, militant van de BWP (Belgische Werkliedenpartij) en professor aan de Université libre de Bruxelles. Dit huis werd gebouwd voor haar en haar zoon, Léon, voor wie ze een bijzondere opvoeding wenste, de zogenaamde “école des petites études”, bestaande uit bijzondere leraren zoals de anarchist en geograaf Elisée Reclus (die haar met Henry Van de Velde in contact had gebracht), de realistische schilder Alfred Bastien en de dichteres Marie Closset. Een deel van de benedenverdieping was voorzien als klaslokaal voor Léon en enkele vriendjes.
Het aandeel van elke arch. afzonderlijk is niet duidelijk. Plannen voor bouwaanvraag gesigneerd door O. Van Rysselberghe. Dit was de tweede samenwerking tussen beide arch. na huis Otlet (zie Florencestraat nr. 13), maar draagt meer het stempel van Van de Velde, onder meer regelmatige tekening van gevel en eenvoudig interieur dat herinnert aan dat van Bloemenwerf. Meubilair (verdwenen) en details van interieur zouden ontworpen zijn door Henri Van de Velde, vlak voor hij naar Duitsland vertrok. Van Rysselberghe zou zich hebben beziggehouden met technische aspecten als steenssnede van gevelstenenStenen plaat of blok, aangebracht in of op een gevel, met opschrift., bouwaanvraag bij de stad en opvolging van de werf.
In 1899 diende mevrouw De Brouckère bouwaanvraag in voor achterhuis (thans gesloopt). Hek naar tuin in 1927 hertekend in oorspronkelijke stijl door arch. Léon Smets. In 1981 interne indeling gewijzigd na plaatsing van sanitair. Bestemming gewijzigd: thans centrum voor bijeenkomsten. Thans gebruikt door de Deutschprachigen Gemeinschaft Belgiens; interieur slechts deels bewaard.
Door KB van 04.12.1997 bescherming van gevel, dak en onderdelen van interieur: inkomhal, trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. en erop uitgevend glas-in-loodvenster, diensttrap, indeling van ruimten.

Straatgevels. Sterke horizontaliteit, benadrukt door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. boven sokkel, door kordonUitspringende, horizontale geleding over de hele breedte van een gevel, om verdiepingen te markeren of als verlenging van de (lek)dorpels. tussen bouwlagen en door brede doorlopende  kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Op hardstenen sokkel; straatgevels volledig in witsteen; ontvouwen zich als een huid: uiterst precieze steensnedeVormbepaling van of vormgeving aan de stukken steen van een constructie in natuursteen; in het bijzonder met betrekking tot de constructie van gewelven en bogen. en vloeiende overgang tussen verschillende elementen.

Rue Jacques Jordaens 34, balkon met japoniserende uitsnijding van de <a href='/nl/glossary/39' class='info'>borstwering<span>1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.</span></a> (foto 2007).

In tegenstelling tot huis Otlet, vier jaar eerder door zelfde arch. ontworpen, gevels bijzonder regelmatig. Twee bouwlagen, brede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in De Crayerstraat, hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. en vier ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Jakob Jordaensstraat. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder inspringende omlijsting met soepele lijnen. Toegangsdeur onder dubbele inspringende omlijsting. In buitenste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Op verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder hanenkamVlakke samengestelde latei, waarvan de stenen als boogstenen functioneren; in ruime zin slaat de term ook op een boog met een getrapte (pseudo-) boogrug., die van buitenste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. In De Craeyerstraat balkon met opengewerkte stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met japoniserende motieven, op drie consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op verwijdende friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…)., geritmeerd met fijne stenen consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief.. In Jordaensstraast naast huis binnenplaats met omheiningmuur en hekwerk met stengelmotieven tussen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering..

Jakob Jordaensstraat 34, aangrenzende koer (foto 2005).

Zijgevel in baksteen met witstenen banden en hoekblokken; twee ongelijke voorgebouwen met venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. of met stijlen. Leistenen schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde.; schouwen in baksteen en witsteen; daklantaarn van de lichtkoepel. Metalen deur en schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  oorspronkelijk. Op benedenverdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. vervangen naar oorspronkelijk model.

Interieur. Rond losstaande trap in grote polygonale hal, die grootste ruimte en hart vormt van geheel; van boven invallend licht door grote rechthoekige lichtkoepel met glas-in-lood met geometrische en florale motieven.

Jakob Jordaensstraat 34, lichtkoepel die hal verlicht (foto 2006).

Eiken parket. Trap in fruitbomenhout, met gecanneleerde trappaalHoofdbaluster aan de eerste trede van een trap.. Relatief kleine woonruimten met onregelmatig grondplan uitgevend op hal; schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. soms in hoek. Een van vertrekken met eigen ingang aan tuinkant werd als klaslokaal gebruikt. In eetkamer schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. in Lodewijk XV, gerecupereerd uit ander gebouw. Grondplan van verdiepingen min of meer hetzelfde als benedenverdieping. Op eerste verdieping gaanderij in verlengde van trap leidt naar kamers. Op tweede verdieping polygonale kamer loodrecht boven centrale hal; twee rechthoekige koepelsBolvormig gewelf op cirkelvormige, elliptische, vierkante of veelhoekige basis. boven elkaar: eerste ter hoogte van de vloer, verlicht lager gelegen verdieping en is voorzien van bloemmotieven; tweede in plafond met glas-in-lood met geometrisch motief.
Deuren met oorspronkelijk beslagVerzameling van metalen elementen op een deur of raam., verschilt per verdieping; dat op verdiepingen met middeleeuwse inslag. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met spanjoletten met art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. profiel. Met uitzondering van fraai parket, erg eenvoudig decor: sobere sierlijsten, deuren en schouwen.
Geheel gerenoveerd in 2003.

Beschermd (gevels, dak en sommige delen van interieur) 04.12.1997.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 3627 (1898), 5223 (1899), 34967 (1927), 88559 (1981).
Archieven van de Directie Monumenten en Landschappen.

Publicaties en studies
PLOEGAERTS, L., PUTTEMANS, P., L'œuvre architecturale de Henry Van de Velde, Atelier Vockaer, Brussel, Presses Universitaires Laval, Québec, 1987, pp. 49-52, 273.
VAN DE VELDE, H., Récit de ma vie, t.1, 1863-1900, Versa-Flammarion, Brussel, 1972, pp. 374-375.

Tijdschriften
HENVAUX, E., STEVENS, H., “Octave Van Rysselberghe (1855-1929)”, A+, 16, 1975, pp. 17-55.