Typologie(ën)

opbrengsthuis
café/brasserie/taverne

Ontwerper(s)

Émile JANLETarchitect1874

Charles GYSarchitect1883

Statut juridique

Beschermd sinds 28 april 1994

Stijlen

Eclectisme
Neobarok

Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
  • Urgentie-inventaris van het bouwkundig erfgoed van de Brusselse agglomeratie (Sint-Lukasarchief 1979)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 30714
lees meer

Beschrijving

Monumentaal hoekgebouw (Beursstraat nr. 2), voorheen Café de la Bourse, in eclectische stijl met neobarokkeNeobarok (ca 1860-1914): Historiserende architectuur die verwijst naar de barok (17e tot 18e eeuw) en die naar haar vormentaal teruggrijpt door middel van het gebruik van voluut- en klokgevels, kolossale pilasters, zware decoratie (bossage, zware omlijstingen, enz.). inslag, naar ontwerp van architect Emile Janlet van 1874.

Tweede prijs
in de gevelwedstrijd voor de centrale lanen van 1872-1876. Verzorgde lijstgevel van natuursteen ; vier bouwlagen onder gebogen mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (leien), voorheen met vorstkamKamvormige, geajoureerde bekroning in steen of metaal op de nok van een dak..

Hoofdgevel aan Beursstraat : oorspronkelijk symmetrische opstand met drie brede traveeën, gemarkeerd door middenrisaliet ; uitgebreid met rechtertravee naar ontwerp van architect Ch. Gys van 1883. Geblokte onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. met pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Twee hoofdverdiepingen geritmeerd door kolossale composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel., belijnd door doorlopende balustrade en klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel.. Venetiaans drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met composiete zuilen, medaillons en cartoucheOmlijsting van een uitspringend vlak in de vorm van ingesneden en omkrullend papier of leer; vaak met opschrift of intern versierd. in door gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. bekroond risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; oplopende korfboogdrielichten aan weerszijden ; quasi doorlopend 
entablement met trigliefen en rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk., waarop gietijzeren borstweringen, tussen beide niveaus. Bovenste verdieping met pilasterritmering, gietijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en eveneens klassiek hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. ; drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met composiete pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. DakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebroken frontonFronton waarvan het middendeel is doorbroken. en bolornament, ingewerkt in attiekbalustrade. Soberder rechtertravee met lisenenDecoratieve, uitspringende, verticale geleding, vaak met andere liseen verbonden door boog(fries).. Gevel aan Anspachlaan : zelfde opstand met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), evenwel zonder risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; rondbogige openingen met sluitsteen op hoofdverdieping Pui doorlopend  over aanpalend (vroeger) nr. 76.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 8077 (1874), 823 (1883).

Tijdschriften

L'Emulation, 1877, kol. 57-58, pl. 4-8.