Typologie(ën)
opbrengsthuis
gelijkvloers met handelszaak
gelijkvloers met handelszaak
Ontwerper(s)
INCONNU - ONBEKEND – 1874
Raymond LEMAIRE – architect – 1916
Stijlen
Neoclassicisme
Eclectisme
Neobarok
Inventaris(sen)
- Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2016
id
Urban : 30747
Beschrijving
In
oorsprong twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rijhuizen met neoclassicistische inslag, waarvoor
bouwaanvraag van 1874.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met horizontale registermarkering; vijf bouwlagen en elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (kunstleien). Oorspronkelijk winkelpuien; eerste twee bovenverdieping respectievelijk gelokt en met pilasters, belijnd door gevelbrede gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons. Hoogste twee verdiepingen met kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en dito balkon. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Klassiek hoofdgestel; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Eerste twee bouwlagen verbouwd tot beglaasde winkelpui, naar ontwerp van architect Raymond Lemaire van 1916, begane grond heden aangepast; derde bouwlaag in 1928 voorzien van gevelbrede erker.
Bepleisterde en beschilderde lijstgevel met horizontale registermarkering; vijf bouwlagen en elk twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (kunstleien). Oorspronkelijk winkelpuien; eerste twee bovenverdieping respectievelijk gelokt en met pilasters, belijnd door gevelbrede gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. balkons. Hoogste twee verdiepingen met kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en dito balkon. Getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Klassiek hoofdgestel; dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met gebogen frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Eerste twee bouwlagen verbouwd tot beglaasde winkelpui, naar ontwerp van architect Raymond Lemaire van 1916, begane grond heden aangepast; derde bouwlaag in 1928 voorzien van gevelbrede erker.
Bronnen
Archieven
SAB/OW 347 (1874), 25589 (1916), 41269 (1928).