Typologie(ën)

woning

Ontwerper(s)

Victor TAELEMANSarchitect1899

Juridisch statuut

Beschermd sinds 05 juli 2007

Stijlen

Art nouveau

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 18294
lees meer

Beschrijving

Huis in at nouveau, n.o.v. architect Victor Taelemans, 1899.

Drie bouwlagen in witsteen van Savonnières. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. overgaand in symmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit drie gelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de centrale travee wordt in vele gevallen rijker uitgewerkt en benadrukt door haar licht te laten uitspringen en/of door één of meerdere balkons; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. volgens subtiel spel met muuropeningen die almaar smaller, maar ook talrijker worden. Het klassieke karakter is typisch voor de art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. van Taelemans.

Michel Angelolaan 80, gevel in 1902 (REHME, W., 1902, pl. 66).

In soepele lijnen gesculpteerde steen. Sokkel in hardsteen met rustica; souterrainvenster onder hoefijzerboogBoog die meer dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een hoefijzer. met smeedijzeren traliewerk. Verdiepingen geflankeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. In tweede bouwlaag twee glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.; doorlopend  balkon met gegroefd platform, geprofileerde wangenStenen zijkanten van schouwmantel, balkonborstwering, of andere. en smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarin opengewerkte platen; rustend op korbelen1. Diagonale houten balk ter ondersteuning van overkragende elementen zoals een luifel, een kroonlijst,…; 2. Balk om de verbinding tussen trekker en spantbeen in een kapspant te versterken.. Tussen venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. gesculpteerde plooi, oorspronkelijk bekroond met medaillonRonde of ovale cartouche. met Griekse god (Volgens VAN SANTVOORT, et al., 1999, p.169). In hoogste bouwlaag drie venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met gebogen onderdorpel met spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd.. Brede kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op hoge houten consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., waarvan laterale per drie gegroepeerd. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). oorspronkelijk met sgraffitoSgraffito (Italiaans, van sgraffiare: krabben), decoratieve muurtechniek waarbij men een donkere pleisterlaag (doorgaans zwart, roetbruin of grijs) met een lichtgekleurde pleisterlaag bedekt; door de bovenste, nog niet verharde, laag weg te nemen volgens een vooraf bepaald grafisch ontwerp ontstaat een verdiepte tekening; de lichtgekleurde pleisterlaag kan bovendien gekleurd worden ‘al fresco’ (op de verse pleister) of ‘al secco’ (op de droge pleister). van zon aan de horizon en vogels. Op benedenverdieping schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  vervangen door ander met roedeverdeling en elementen in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk.. Bewaarde deur; bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. gewijzigd.

Michel Angelolaan 80, <a href='/nl/glossary/290' class='info'>doorlopend<span> </span></a> balkon (foto 2008).

Interieur
Trappenhuis met decor in Lodewijk-XVI-stijl; trapleuning samengesteld uit ovalen. Op benedenverdieping salon met decor in dezelfde stijl; marmeren schouw met schoorsteenboezem versierd met ster. Scheiding tussen salon en eetkamer door middel van portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert.. In eetkamer polychroom plafond met houten balken en schouw met elementen van Vlaamse renaissance. In veranda muren met gecanneleerde pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en mozaïekvloer met art-nouveaumotieven.

Michel Angelolaan 80, benedenverdieping, detail van de vloer van de veranda (foto 2006).

In voorkamer op eerste verdieping ornamentatie in neo-rococo. Voorkamer en centrale kamer op tweede verdieping respectievelijk met elementen in Lodewijk XVI- en Lodewijk XV-stijl; marmeren en geornamenteerde schoorsteenmantels.

Beschermd op 05.07.2007.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 16511 (1899).

Publicaties en studies
BORSI, F., WIESER, H., Bruxelles capitale de l'Art Nouveau, coll. Europe 1900, trad. fr. J.-M. Van der Meerschen, Marc Vokaer éd., Brussel, 1992, pp. 238, 266-267.
LOZE, P. en F., Belgique Art Nouveau. De Victor Horta à Antoine Pompe, Eiffel Éditions, Brussel, 1991, p. 138-139.
REHME, W., Die Architektur der neuen freien Schule, Baumgärtner's, Leipzig, 1902, pl. 66.
REHME, W., Die Architektur der neuen freien Schule. Ergänzungsband II. Ausgeführte Moderne Kunstschmiede Arbeiten, Baumgärtner's, Leipzig, 1902, pl. 3.
VANDENBREEDEN, J., VAN SANTVOORT, L., DE THAILLE, P., et al., Encyclopédie de l'Art nouveau. Tome premier. Le quartier Nord-Est à Bruxelles, CIDEP, Brussel, 1999, p. 169.