Typologie(ën)

herenhuis

Ontwerper(s)

Georges COCHAUX (-SEGARD)architect1901

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Eclectisme
Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2006-2008

id

Urban : 17834
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Titiaanstraat, herenhuis in eclectische stijl met elementen in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz., n.o.v. arch.-landmeter Cochaux, 1901.

Signatuur in Franklinstraat op hoek bovenaan benedenverdieping.

Drie bouwlagen, Gevel in gele baksteen met elementen in rode baksteen en hardsteen. Twee brede traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) in Franklinstraat en vier in Titiaanstraat. Lage sokkel. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. of rechthoekig, alle met onregelmatig uitgesnedenVerdiept aanbrengen, beitelen,… tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt..

In Franklinstraat venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op benedenverdieping onder doorlopende  archivoltGeprofileerde of versierde omlijsting van een boog.. Op benedenverdieping van eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.; in tweede bouwlaag polygonale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met dwarsregelEen dwarsregel deelt het kozijn van een deur of raam horizontaal op. en roedeverdeling en rustend op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker.; bekroond met terras met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere.. Gemetseld dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met spitsboogvormige topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt.. In tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Deur met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. op uitgezaagde kussenblokken1. Dekplaat dat ligt tussen de drager (kapiteel) en het gedragene (balk of boog); 2. Kwartronde kraagsteen van een venster- of deurboog.; traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) op verdiepingen in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.; bekroond met hoog afgeknot tentdak waaronder vijf kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur..

In Titiaanstraat traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van elkaar gescheiden door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. VenstersLicht- en/of luchtopening in een muur. in eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) blindZonder opening; blind venster, schijnopening., onder beglaasd impostvensterVenster boven een deur en ervan gescheiden door een stenen dorpel, een entablement of een muurvlak.. Twee eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) samen bekroond met trapgevelGevel met een driehoekige bekroning die trapsgewijs versmalt. waarin rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. en oculusKlein rond, ovaal of polygonaal venster.. Benedenverdieping loopt rechts door in volume van één bouwlaag met vier venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan twee blindZonder opening; blind venster, schijnopening. en onder terras. Omheinde binnenplaats met garage onder I-balkIJzeren latei met I-profiel. van 1930.

Op benedenverdieping vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. uitgevend op tuin met bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. met glas-in-loodraam.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 11593 (1901), 13692 (1913).