Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Arthur DOTHÉEarchitect1923

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Beaux-Artsstijl
Neo-Lodewijk XVI

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016-2017

id

Urban : 36145
lees meer

Beschrijving

Voormalige persoonlijke woning van architect Arthur Dothée, in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met invloed van de Lodewijk XVI-stijl, 1923.

Dit huis maakt deel uit van een bijzonder homogene huizenrij met voortuintjes, van nr.86 tot nr. 150.

Gevel in baksteen, witsteen en similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. en met hardstenen elementen. Symmetrische opstand van twee bouwlagen onder mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), de centrale toegangstravee smaller. Achter een trappenpartij, deur met keellijst en imposante sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., onder een gewelfd entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. Op de verdieping, venster onder een frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. waarvan het voetstuk wordt onderbroken door een medaillonRonde of ovale cartouche. versierd met een lauwerkrans. Aan de zijkanten, trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief., bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor een rondbogige glasdeurDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat. met pilastervormige stijlen en geflankeerd door dubbele pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Garagepoort rechts in de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Centraal gemetseld dakvensterUit het dakvlak opgaand stenen venster dat met de gevel in verbinding staat of er enkel door een kroonlijst van gescheiden is. met vleugelstukken en een boogvormige kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Aan de zijkanten, houten dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap. met twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. Kroonlijst en beglaasde deur met smeedijzeren traliewerk bewaard.

Afsluiting van het voortuintje niet volgens het oorspronkelijke plan.

Binnen, oorspronkelijk, tekenkamer in de mansarde.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 54329 (1923).