Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

INCONNU - ONBEKEND1926-1927

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 35978
lees meer

Beschrijving

Vier opbrengstpanden in art-decostijl, ontworpen i.o.v. eenzelfde eigenaar in 1926 (nr. 60) en 1927 (nr. 62 tot 66). Ze vertonen overeenkomsten met Emile Bockstaellaan nr. 274, dat in hetzelfde bouwblok is gelegen en in 1924 werd ontworpen door architect Robberechts (zie dit nummer).

Gevels in oranjekleurige baksteen met elementen in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen., witsteen en hardsteen. Opstanden met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers.. Op nr.62 tot 66, hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. bekroond door een geveltop. Smeedijzeren leuningen.

Op nr.60, onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. in oranjekleurige zandsteen. Deur en vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met omlijsting met diepe dagkantBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind.. Trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met geprofileerde omlijsting en met muuropeningen met twee monelenStenen vensterstijl.. Op het traveevlak van de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. en op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel., decor van panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. versierd met ovalen, die op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met het ingesneden jaartal “ANNO / 1926” in een floraal decor. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... . Kroonlijst met caissons. Schrijnwerk met roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. met gebogen motieven in de bovenlichtenBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. op de benedenverdieping en verticale op de verdiepingen.

Op nr.62, traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Inrijpoort en gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op de benedenverdieping. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met tussendorpel-waterlijst en vier of twee monelenStenen vensterstijl.. Borstweringen en friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). op het hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. versierd met rechthoekige panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting.. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. van twee bouwlagen onder een rechthoekig schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. met holronde vlakken. Trapgevel met boogvormige bekroning, voorzien van een vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee monelenStenen vensterstijl. onder een floraal bas-reliëf. Bewaarde kroonlijst. Schrijnwerk vervangen.

Op nr.64, deur en rondboogvenster geflankeerd door ovale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf., spuwerUitmonding van een goot of waterbekken waarlangs overtollig water wordt afgevoerd. en traliewerk, het geheel onder kordonband. Boven de deur, rond vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. versierd met zwaar maaswerk met volutenSpiraalvormig ornament; meestal gebruikt als aanzetstuk van topgevels, bij deur- en vensteromlijstingen of als steunbeer.. Op de verdiepingen, venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met doorlopende  tussendorpel-waterlijst, die op de toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met plantendecor. Trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op druiper, sterker uitspringend op de tweede verdieping en bekroond door een terras met een opengewerkteOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. stenen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. met dezelfde motieven als het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. boven de deur. Daarachter een drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met, centraal, een in de geveltop ingewerkt driehoekig frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening. met vleugelstukkenZijstuk, veelal in voluutvorm, van een topgevel, dakkapel of dakvenster.. Bewaarde deur met getralied ovaal raamVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn..

Op nr.66, benedenverdieping met drie rondboogarcades en gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. halfzuilenZuil die met het muurwerk verbonden is, maar slechts over de halve dikte uitspringt.. Twee venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met trapezoïdale borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust., gescheiden door een smal getralied venster bekroond door een bas-reliëf met bloemenvaas. Rechts, deur met timpaanMonumentaal driehoekig of segmentvormig boogveld, meestal besloten in een fronton; vaak rijkelijk versierd. met een analoog motief, geflankeerd door eenzelfde klein vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.. Verspringende toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met smalle, per drie gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Trapezoïdale gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. met doorlopende  monelenStenen vensterstijl. in de vorm van gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd., onder een drieledig holrond dak bekroond door een terras; borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. met kruismotieven, met daarachter een trapezoïdale geveltop met een serlianaDrielicht met centraal hoger venster onder rondboog en laterale vensters onder architraaf. met gecanneleerdeParallelle, gootvormige decoratieve groeven op een zuil of pilaster. zuilenCilindervormig steunpunt; vaak voorzien van basis en kapiteel. De kleine en/of dunne variant ervan wordt colonnet genoemd.. Borstweringen versierd met panelen1. Dunne (houten) plaat, gevat in een omlijsting van stijlen en regels van deuren, lambriseringen en plafonds; - 2. Gevelversiering in de vorm van een in- (spiegel) of uitspringende (paneel) rechthoekige omlijsting. met ruitmotieven. Oorspronkelijke kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).. Schrijnwerk vervangen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 60: 54001 (1926); 62 tot 66:
 55088 (1927).