Onderzoek en redactie

2011-2012

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDeze rechte weg behoort tot de zeven lanen die vertrekken aan het Sterreplein, dat ze met de Jeannelaan verbindt.

Met de Mauricelaan, de Wedrenlaan en de Jeannelaan behoort de Ernestinelaan tot de privéwegen die werden geopend op initiatief van weduwe Chantal Vermeren-Coché – die toen aan het hoofd stond van de bekende porseleinfabriek op de Waverse Steenweg (zie Waverse Steenweg nr. 141-143) – op terreinen die in 1832 van de Société Générale werden gekocht door haar vader, drukker-uitgever Jean-Jacques Coché, om ze te laten renderen. De laan draagt trouwens nog altijd de voornaam van een lid van de familie Coché.
Om de weg aan te leggen, sloot mevrouw Coché op 30.07.1891 met het gemeentebestuur een overeenkomst, die onder meer voorzag in een achteruitbouwstrook of voortuinen afgesloten door ijzeren traliewerk op hardstenen sokkels, om de charme en de eenheid van de wijk te bevorderen. De laan werd openbaar bij K.B. van 14.09.1892 en kreeg een nieuwe rooilijn in het kader van het Plan des avenues du quartier dit “La Petite Suisse” à incorporer dans la voirie urbaine (1891).

[i]Plan des avenues du quartier dit « La Petite Suisse » à incorporer dans la voirie urbaine[/i], 1891, GAE/OW 117.

Oorspronkelijk stonden langs de laan enkele pittoreske villa's en buitenhuizen, gebouwd tussen de vroege jaren 1890 en begin 20e eeuw waaronder het huis dat Chantal Vermeren-Coché had laten bouwen (1891) op de hoek met de Ernestinelaan. Vermelden we eveneens een kleine pittoreske villa n.o.v. architect Ernest Delune (1895), landhuis Les Violettes n.o.v. architect Joseph Van Neck (voormalig nr. 3), en de opmerkelijke villa in neogotische Engelse stijl op de hoek van de Ernestinelaan en de Mauricelaan, n.o.v. architect E. Salomons uit Manchester (1899).

Gesloopte villa, westgevel, n.o.v. architect E. Salomone, GAE/DS, Niet-geklasseerd fonds (1899).

Vanaf de jaren 1930 werd deze bebouwing geleidelijk door appartementsgebouwen vervangen. Sommige werden ontworpen door gerenommeerde architecten als Georges Ricquier, die in de Ernestinelaan een van zijn eerste woningen bouwde (zie nr. 14), Jean Delhaye (Résidence Diane, nr. 4, 1952) of Sta(nislas) Jasinski (zie nr. 9-11 en 13; nr. 18-22, 1966). Andere, minder opmerkelijke huizen werden ontworpen door Paul De Vroye (Résidence de la Licorne, nr.6, 1953) of Pierre A. Van Beginne, die zijn gebouw optrok aan het Sterreplein (nr. 2; 1965).

Bronnen

Archieven
GAE/OW 117.
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 117/Niet-geklasseerd fonds (gesloopte gebouwen).
GAE/DS 2: 117-2; 4: 117-4; 6: 117-6; 18-22: 117-18-22.

Publicaties en studies
CULOT, M. (o.l.v.), L'immeuble et la parcelle. Les immeubles à appartements comme éléments constitutifs du tissu urbain. Le cas de Bruxelles 1870-1980, AAM, Brussel, 1982, pp. 93-95.
Ixelles, Ensembles urbanistiques et architecturaux remarquables, ERU, Brussel, 1990, pp.117-119.
Nr. 4: Catalogue des collections, Archives d'Architecture Moderne, deel II, AAM, pp. 116-121.

Tijdschriften
HAINAUT, M., «Le quartier», Mémoire d'Ixelles, 4, 1981, s.p.
Voormalig nr. 3 (gesloopt): “Le coin du constructeur, ‘Les Violettes', Avenue Ernestine”, Le Home, 3, 1914, pp. 129-132.
Nr. 6: “Immeuble à appartements à Bruxelles, Architecte: Paul De Vroye”, La Maison, 5, 1955, pp. 144-145.